24 NOVEMBER 1972
1388
kwestie van de overname is onderworpen aan her beleid van de al
gemene vergadering van het waterschap. In de tweede plaats bestaat
er een juridische moeilijkheid. Op dit ogenblik heeft het waterschap
West-Brabant de deodoratie bevoegdheid nog met gekregen* de be
voegdheid van de provincie is althans nog niet gedelegee-d aan het
waterschap.
Formeel heeft op dit moment de provincie een taak met betrekking
tot de wet verontreiniging opperviakrew iter en het besluit om de be
voegdheid aan het waterschap te delegeren ia nog niet genomen.
Het deide probleem ligt misschien zakelijk gezien wat interes
santer, Het dagelijks bestuur van het waterschap stelt zich nl. op het
standpunt dat de overname van de installatie en de pijp moet ver
lopen volgens de methodiek die dooi de Unie van Wate: xhappen
in samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is
gefotmuleeid. Dit standpunt weid bekendgemaakt, nadat wij in onze
begindiscussie verklaard hadden vei chillende zaken aan het water
schap te willen overdoen, omdat wij menen dat het waterschap ten
aanzien daarvan een taakstelling heeft. Het waterschap heeft daarop
geantwoord die taakstelling te zien en bereid te zi n een en ander
over te nemen,, maar dit te willen doen volgens de methodiek die
dooi de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten is uitgestippeld. Het voorstel van het waterschap r om die
methodiek te hanteien die gebaseerd op eigen wetenschap en op de
boekhouding van de gemeenten zal leiden tot vaststelling van de
totale stichtingskosten van fabriek en pijp, o. a, dooi het Verificatie-
bureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Dit is ons
onlangs medegedeeld en ik vind da*, de gemeente het iecht heeft
om hieraan, voordat zij op voorhand met dte methodiek accoord
gaat, een eigen interpretatie te geven en, indien dit nodig en wen
selijk zou zijn, vanuit een ander vertrekpunt verder te gaan onder
handelen. Dat is de stand van zaken, voorzitter.
Wethouder BROEDERS: Ten aanzien van de vtaag waarom de
heffingen over 1971 en 19^2 nog met zijn mgevordeid moet het
navolgende worden medegedeeld, E: was bij de ge ,eente geen
bestand van gebruikers. De opbouw van dat bestand moest dus nog
helemaal plaatsvinden en daarmede is men nu bezig. Wij hebben
bij de opbouw van dat bestand bovendien overwogen dat bij de in
voering van de omoeiend goedbelas'mg ook een bet'snd van gebruikers
nodig is en wij hebben dus beide werkzaamheden op elkaat afgestemd.
Wij verwachten op dit momen-: dat wij medio 1973 de heffingen ovei
1971 en 1972 kunnen doen uitgaan. Intussen hebben wij de aanslagen
van het tijk wel gekregen. Over 197,. hebben wij een aanslag ont
vangen van 266.00C, deze aanslag is 'betaald. Over 1972 is de
aanslag f 492.000, Daarvan moet nog 140.000, betaald wor
den. Wij betalen niet eerder dan per e nodig is, dus de laatste
maanden moeten nog betaald worden, maar die 140. 000, moeten
nog wel dit jaar betaald worden. De heer van Loon beschikt over
de juiste informatie. Wij hebben in de begooting het bediag van de
aanslag inderdaad oeiekend op grond van 9, per inwonerequivalent.
Het beleidsvoornemen van de rijksoverheid was nl. m 1973 een hef
fing van 9,- per inwonerequivalent in te voeren; voor 1974 dacht
men aan een bedrag van 13, per inwonerequivalent. Vorige week
vrijdag heeft de ministerraad volgens een publikatie in de N. R. C.
besloten ik neem aan onder druk van het ministerie van econo