1389
24 NOVEMBER 1972
mische zaken -- de heffing per inwonerequivalent voor 1973 te
stellen op 8,-- en vooi 1974 op 11,--. Wij hebben tele
fonisch bevestiging gekregen van de juistheid van dat bericht.
De heer van Loon heeft er terecht op gewezen dat een en ander
niet van invloed is op onze begroting. Het betekent enerzijds
dat wij minder vorderen en anderzijds dat wij minder betalen.
Ik ben het met de heer van Loon ook eens dat het voor de Bre
dase burgers en de industrie van belang is om te weten dat de
heffing op een laag niveau wordt vastgesteld.
De VOORZITTER: Het is nagenoeg zes uur en wij zullen ons
nog beraden over de moties die ons zijn voorgelegd. Men maakt
mij erop opmerkzaam dat dit agendapunt nog in tweede termijn
moet worden behandeld. Mocht iemand nog iets willen opmerken,
dan kan dat misschien nog net vóór zes uur kunnen gebeuren.
De heer VAN LOON: Ik wil nog een paar korte opmerkingen
maken. In de eerste plaats heeft de wethouder mij mijns inziens
geen antwoord gegeven op mijn vraag inzake de aanleg van in-
en uitvoegstroken op het kruispunt Crogtdijk/Konijnenberg, ter
wijl dit naar mijn mening toch een heel belangrijke kwestie is.
Verder heeft wethouder van Dun verklaard dat het vermoede
lijke tijdstip van inwerkingtreding van de zuiveringsinstallatie
1 juli 1973 is. De mate van zuivering zal volgens wethouder van
Dun "geheel" zijn. Ik wil hem vragen of dat betekent dat de
zuivering 100% zal zijn, omdat dat natuurlijk in belangrijke mate
samenhangt met het aantal inwonerequivalenten dat zal worden
vastgesteld.
Naar aanleiding van het antwoord van wethouder Broeders wil
ik nog opmerken dat het kabinet vorige week vrijdag weliswaar
mag hebben besloten om de heffingen op 8,-- en ƒ11,-- te
stellen, maar ik waag het te betwijfelen dat een en ander het
uitvloeisel is van een beleidsvoornemen of dat het besluit onder
druk van het ministerie van economische zaken tot stand is ge
komen. Volgens mijn informatie heeft de Raad van de Water
staat enige tijd geleden het advies uitgebracht de tarieven met
maximaal 3,-- per jaar te verhogen. Gaan wij de lijn ƒ2,--/
5,--/ƒ 8,--/ 11,-- na, dan is redelijkerwijs aan te nemen
dat de Raad van de Waterstaat in deze zaak als adviescollege
heeft gefungeerd.
De VOORZITTER: Dames en heren, is over deze zaak nog iets
te zeggen? Ik wil nog eens uitdrukkelijk stellen dat om zeven
uur de moties aan de orde komen; u zult dan gelegenheid heb
ben hierover te discussiëren. Misschien kunnen wethouder van Dun
en wethouder Broeders nog nader ingaan op de vragen van de heer
van Loon.
Wethouder VAN DUN: De situatie op het kruispunt Crogtdijk/
Konijnenberg is mij bekend. Ik heb de dienst van openbare wer
ken om advies gevraagd, maar het advies heeft mij nog niet be
reikt. Ik kan er dus nog niets definitiefs over zeggen. Naar aan
leiding van een eerder verzoek van de heer van Loon is de zaak
echter bij de dienst van openbare werken gedeponeerd. Een koppe
ling van de datum van inwerkingtreding van de installatie, t.w.