24 NOVEMBER 1972
1392
indienen, inhoudende een toevoeging aan de tweede, alinea onder het
hoofd "spreekt als zijn mening uit",, Wij zouden daaraan graag toegevoegd
zien: waarbij ook een inspraakprocedure over het noordelijk
deel heeft plaatsgehad";
De VOORZITTER: Het betreft hier een amendement op een motie
die is ingediend door een zestal leden van de raad, Het lijkt mij het
meest voor de hand liggend dat de heer Dees ons mededeelt wat hij van
deze wijziging denkt, tenzij hij daarover eerst nog overleg wil plegen
met de andere indieners.
De heer DEES: Ik kan u zeggen dat ik tegen deze wijziging geen
bezwaar heb. Wanneer er een inspraakprocedure komt ten aanzien van
het zuidelijk gedeelte van het tracé, lijkt het mij vanzelfsprekend dat
ook voor het noordelijk deel dat, zoals het nu op de kaart is geprojec
teerd, wordt afgewezen een inspraakmogelijkheid wordt geschapen.
De VOORZITTER: Als ook de andere indieners er geen bezwaar tegen
hebben, zou ik de heer Van Dun nog willen vragen of deze wijziging con
sequenties kan hebben voor het standpunt van het college van burgemees
ter en wethouders.
Wethouder VAN DUN: Als ik zonder overleg even mag reageren, wil
ik zeggen dat ik de indruk heb dat de fractie van de heer Crul door middel
van dit amendement aan het college een boodschap doorgeeft voor gedepu
teerde staten. Ik geloof dat het college zich volledig achter deze bood
schap kan opstellen.
De VOORZITTER: Ik meen nu. te kunnen vaststellen dat de gewijzigde
motie van de heer Dees e, a„ eenstemmig door de raad wordt aanvaard en
door het college wordt overgenomen.
Voorts kunnen wij vaststellen dat de motie, van de heer Van Loon
door de raad is aanvaard en door het college is overgenomen.
Hierna wordt de discussie gesloten,
6, f, HOOFDSTUK VII: EIGENDOMMEN NIET VOOR OPENBARE
DIENST BESTEMD,
Zonder discussie.
Vervolgens worden tegelijk aan de orde gesteld:
6, g, HOOFDSTUK VIII:
ONDERWIJSPARAGRAFEN 1 t/m 6, ALGEMEEN;
PARAGRAAF la, OPENBAAR KLEUTERONDERWIJS;
PARAGRAAF lb, BIJZONDER KLEUTERONDERWIJS
PARAGRAAF 2a, OPENBAAR BASISONDERWIJS;
PARAGRAAF 2b, BIJZONDER BASISONDERWIJS, waarbij te
vens de vaststelling van het bedrag per leerling voor het
basisonderwijs (zie bijlage I opgenomen bij de begroting
van de algemene dienst);
PARAGRAAF 3a, OPENBAAR BUITENGEWOON ONDERWIJS;
PARAGRAAF 3b, BIJZONDER BUITENGEWOON ONDERWIJS,