24 NOVEMBER 1972
1398
zou graag nog enkele woorden wijden aan de financiële consequenties
ervan.
Toen ik de begroting van de bestuurscommissie zag, was ik
enigszins teleurgesteld. Zij maakte op mij de indruk van een kasboek,
niks meer en niks anders. Mijn gedachte was: men heeft nu wel een
begroting gemaakt, maar wat voor een beleid zit daar nu achter?
Dat dit niet tot uiting komt, wil ik de commissie niet al te zeer kwa
lijk nemen, omdat ik mij kan voorstellen dat zij in de korte tijd van
haar bestaan alle energie heeft moeten richten op de opbouw van de
bureau-organisatie. Wel zou ik graag van de wethouder willen horen
wanneer deze commissie, in samenspraak met de pas-benoemde direc
teur, met een werkplan komt en wanneer de gemeenteraad daarvan
kennis kan nemen, Ik geloof dat wij ons wel moeten realiseren dat
het uitgavenpeil in de komende jaren aanzienlijk zal stijgen. Zo zijn
thans de schoolpsychologen nog ondergebracht bij de G. G. G. D,
maar zij vormen in feite ook een onderdeel van het schooladvies- en
begeleidingswerk. Wanneer wij een rekensommetje maken, is de ver
wachting gewettigd dat voor dit werk in de komende jaren enkele mil
joenen zullen moeten worden uitgetrokken. Dat is het naar mijn mening
beslist waard, maar ik vind wel dat wij uitermate kritisch zullen moe
ten zijn; ten aanzien van een dienst die nog in opbouw is, kan dat nog.
Ik wil daarom enkele vragen stellen. Hoe ver zijn de besprekingen in
zake de regionalisering van dit werk gevorderd? Kan dit leiden tot kos
tenbesparingen? Voor nieuwe schooladvies- en begeleidingsdiensten
zal het rijk dit jaar geen subsidies verstrekken, maar hebt u de verwach
ting dat dit voor volgende jaren wel het geval zal zijn? Is het mede in
verband hiermede niet belangrijk dat de regionalisering plaatsvindt?
Het gerucht doet namelijk de ronde dat, wil men voor subsidie in aan
merking komen, het verzorgingsgebied van de adviesdienst aanzienlijk
groter moet zijn dan thans in Breda het geval is. Is het de bedoeling
dat de schoolranddiensten - ik doel hier met name op het werk van de
schoolpsychologen - ruimtelijk en qua werk eveneens worden geïnte
greerd in het overige schooladvies- en begeleidingswerk? Zo ja, zal
een dergelijke integratie kostenbesparend werken?
Met name wil ik nog de opmerkingen van mevrouw Willems en
de heer Van Os over de samenwerkingsschool onderstrepen, want ik
geloof dat dit een belangrijke zaak is. Het is het troetelkindje van
staatssecretaris Schelfhout, die het in dit kabinet goed doet. Wanneer
men vóór de samenwerkingsschool is, geloof ik dat het belangrijk is
dat het kabinet daarin voorgaat.
De heer GIELEN: Mede namens mijn fractie wil ik vanaf deze
plaats de wethouder van onderwijs en zijn ambtenaren danken voor
het vele en goede werk dat zij in het afgelopen jaar ten behoeve van
het onderwijs in de stad Breda hebben gedaan.
Het onderwijs is in onze samenleving nog steeds erg belangrijk.
Vele personen doen er alles aan, vaak zelfs in de vrije tijd, om het
kleuter-, basis- en voortgezet onderwijs in de goede richting te bren
gen. Bij de algemene beschouwingen heeft de wethouder een duidelijke
uiteenzetting gegeven over de schooladvies- en begeleidingsdienst.
Wij hebben begrepen dat met ingang van 1 februari 1973 de directeur van
deze dienst met zijn werkzaamheden zal beginnen. Belangrijk is dat hij
een adequate voorziening krijgt voor het zo goed mogelijk laten functio
neren van zijn dienst. Omdat ons nog steeds niet bekend is waar hij zijn
plaats zal krijgen, zouden wij graag van de wethouder vernemen waar