24 NOVEMBER 1972
1402
nog wel gevolgen zal hebben. De raadsafdeling zal zich daar zeker nog
over kunnen oriënteren, maar ik stel mij voor dat ook de raad er op een
of andere wijze nog mee zal moeten worden geconfronteerd.
Ten aanzien van de Haagse Beemden, waarbij de kwestie van de
samenwerkingsschool ook aan de orde komt, hebben wij op 1 oktober
jl. een bespreking gevoerd met de verschillende richtingen van het on
derwijs. Naai al die richtingen is een verzoek uitgegaan om tezamen
een werkgroep te vormen, waarin ouders, leerkrachten en bestuursle
den zouden moeten zijn vertegenwoordigd. Het is de bedoeling dat
die werkgroep de planning van scholen voor kleuter- en basisonderwijs in
de Haagse Beemden onder de loep neemt. Dan komt zowel de spreiding
van het onderwijs als de integratie van kleuter- en basisonderwijs in een
samenwerkingsschool aan de orde. Overigens schiet de wetgeving ten
aanzien van de samenwerkingsschool naar mijn overtuiging wel enigs
zins tekort; de heer Dees heeft daarover al iets gezegd. Hetzelfde geldt
in zekere zin voor de schooladvies- en begeleidingsdienst. Zolang in
Nederland de "gezagen" een taak hebben bij de uitvoering van het on
derwijs is het eigenlijk niet mogelijk dat overheidsscholen en particuliere
onderwijsinstituten samenwerken op basis van een gemeenschappelijke
regeling. Voor de ontwikkeling die zich in een zekere rust zou moeten
kunnen voltrekken, is dit niet de meest ideale situatie. Als de heer Dees
zegt dat dan de wet moet worden veranderd, merk ik op dat hij daar
binnenkort misschien aan mee zou kunnen werken; ik zou dat alleen
maar toejuichen.
Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Wat jammer dat de heer Geene
afwezig is.'
Wethouder BROEDERS: Ik heb al even naar zijn plaats gekeken,
doch ik zag slechts een groot gat.'
Er is ook gesproken over het gebruik van gymnastieklokalen en
andere schoolruimten buiten de schooluren. Ik geloof dat het hierbij
om een vraagstuk gaat dat genuanceerd moet worden benaderd. Van
schoolbesturen wordt de bereidheid gevraagd tot het beschikbaarstellen
van de ruimten; ten aanzien daarvan wordt reeds een zachte druk uit
geoefend. Wij zijn best bereid daarover gesprekken te voeren. Ander
zijds gebiedt de eerlijkheid eveneens te zeggen dat het gebruik van de
schoolruimten ook wel wat problemen met zich brengt. Dit stelt eisen
aan de gebruiker, maar ook aan degenen die de ruimten voor andere doel
einden afstaan. Wij hebben er in het verleden naar gestreefd deze ook na
schooltijd te laten gebruiken en zullen dat ook blijven doen, maar ik
vind dat schoolbesturen dan redelijke eisen mogen stellen en dat de ge
bruikers daarmede rekening hebben te houden. Op die manier kunnen
veel problemen worden opgelost. Overigens heeft hierin niet alleen het
gemeentebestuur een taak, want ik meen dat de wijk waarin de school
staat zelf ook veel goed kan doen door het contact met het schoolbe
stuur en de leiding van de school.
Ten aanzien van de jongerencursus moet ik zeggen dat ik niet
precies weet hoe een en ander er thans bij staat. Ik heb ongeveer twee
weken geleden nog contact gehad met de directeur en hij vertelde mij
bij die gelegenheid dat met betrekking tot de bouwplannen alles zich
heel gunstig liet aanzien. Ik meen zelfs dat hij verwachtte dat de plan
nen voor de aanvang van het nieuwe cursusjaar gerealiseerd zouden zijn.
In dat gesprek hebben wij het ook gehad over het vraagstuk van de toe
neming van het aantal leerlingen, waardoor de nieuwbouw bij de reali-