137 17 FEBRUARI 1972 gerekend worden aan de grondprijs, niet alleen de kosten voor ver werving en bouwrijpmaken, maar ook de kosten van aanleg van rio lering, bestrating en straatverlichting, daar in zitten. Wat gebeurt er nu? Ik denk misschien in een andere richting, maar dat moet men mij dan niet kwalijk nemen. Wij moeten een bijdrage leveren in de kosten van het hoogspoor en daarvoor ver hogen wij zonder meer de bijdrage voor grote werken van 4,-- tot 8,--, omdat wij geen kans zien het op een andere manier voor elkaar te krijgen. Zoals ik al heb gezegd: wij stoppen het ene gat met het andere en lossen het ene probleem op met het andere. Dit is geen kwestie van een hogere kostprijs, maar zuiver een extra belasting van 4,-- per m2. Zo komt het althans bij mij over. De wethouder heeft al toegegeven dat dit zal drukken op de mensen die in die nieuwe wijk komen te wonen, in Princenhage-West, en dus mogen wij vaststellen dat die groep van de bevolking extra wordt belast. Ik heb duidelijk gevraagd of men dit rechtvaardig vindt. Wanneer het hoogspoor meer zal gaan kosten, zal dat gedragen moeten worden door de totale gemeenschap en niet alleen door degenen die nu gaan bouwen. Ik ben het helemaal met hem eens dat er op een andere wijze algemene voorzieningen in de wijk getroffen zullen worden, maar dit is wat wij' doen en ik heb met name gevraagd of er geen andere manier is om die dekking te vinden voor het hoogspoor. Wanneer de Haagse Beemden gerealiseerd worden is men van plan een andere methode te volgen en de wethouder heeft zelf aangegeven dat dit bedrag ook die bestemming krijgt. De heer Ame rica heeft zojuist gezegd dat het duidelijk is besloten, maar wij weten nu al dat in een volgend stuk duidelijk zal worden aangetoond dat de gelden daarvoor bestemd zijn. Het gaat er niet om dat de grond duurder is geworden, wij hebben alleen een middel gevonden om de kosten van het hoogspoor te dekken en ik vind het onrechtvaardig dat alleen de bewoners van deze nieuwe wijk daarmee zullen worden be last. Indertijd had ik al moeite met die 4,-- en nu wordt het kwaad zonder meer verdubbeld en ik kan daar dan ook niet in meegaan. De heer AMERICA: Ik vind weer een merkwaardigheid in de discussie. Wij krijgen altijd schriftelijke stukken toegestuurd, waar in dan een aantal suggesties en motivaties staan. Die heb ik bestu deerd en nu zegt het college dat er drie argumenten zijn om niet in te gaan op de kwestie van die gulden. Dat vind ik op pagina 2. Het eerste argument is dat de gemeenschapshuizen zijn ondergebracht in een stichting, die rijkssubsidie kan krijgen. Het tweede argument is dat gevreesd wordt dat die subsidie komt te vervallen als er een gemeentelijke pot komt, terwijl het derde argument is dat het col lege van mening is dat de algemene opslag op de grondkosten niet voor bepaalde wijken moet worden bestemd omdat dit onjuist zou zijn. Over die drie argumenten wil ik eigenlijk wel een discussie hebben en daarom heb ik daar vragen over gesteld. De wethouder gaat daar echter aan voorbij en voert een heel nieuw argument in door te zeggen dat het rijk daaraan nooit zijn goedkeuring zal hechten. Ik moet aat wel aannemen, maar ik weet dat niet en ik zou dan ook graag, willen weten door wie dat is besloten en waar dat schriftelijk is vastgelegd. Zijn er geen gemeenten te vinden waar men daarvoor wel een oplos sing heeft? Ik geloof namelijk dat in de totale grondprijs alles zit wat er in een wijk moet gebeuren, op een heel enkel ding na en dat zou gemakkelijk te realiseren zijn als de grondprijs, ate nu al

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 137