24 NOVEMBER 1972 1404 te aandacht geschonken en daarbij vormt de honorering een probleem. Er is nu een werkgroep gevormd, waarin de inspectie, de afdeling on derwijs, de directeur van de muziekschool en het bureau culturele zaken zitting hebben; deze werkgroep gaat na hoe dit probleem het best kan worden opgelost. Ik hoop dat wij te dien aanzien binnen niet al te lange tijd een advies zullen krijgen dat tot een oplossing zal lei den. Ik kan zeggen dat voor het leerplan ook in de regio veel belang stelling bestaat. Dat vind ik een gelukkige ontwikkeling, omdat het belangrijk is dat dit leerplan een grondslag vormt voor het werk dat op de basisscholen wordt gedaan. Over de samenwerkingsschool heb ik al iets gezegd. Ik wil daaraan nog toevoegen dat een dergelijke school slechts kan worden gerealiseerd als alle partijen daarmee instemmen. De werkgroep Haagse Beemden die naar een nieuwe ontwikkeling tendeert, zal volgens mij in dit op zicht belangrijk werk kunnen verrichten. De heer Dees heeft terecht aangestipt dat wij aan het onderwijs belangrijk meer uitgeven dan wij aan normvergoeding ontvangen. In mijn antwoord op de algemene beschouwingen heb ik al gezegd dat de ze normuitkering naar onze mening te laag is. De ontwikkeling van de schooladvies- en begeleidingsdienst is een zaak die niet zo eenvoudig is. Ten aanzien van het beleidsplan heb ik de heer Dees al iets gezegd. De begroting moest met waarschijn lijk te weinig inzicht in de mogelijkheden van het beleid worden op gesteld, maar wij stellen ons voor dat het volgend jaar een duidelijk beleidsplan op tafel zal komen. Voorts moet ik de heer Dees zeggen dat de wethouder van finan ciën over de ontwikkeling van het kostenaspect nogal wat zorgen heeft, omdat de subsidieregelingen met betrekking tot dit onderdeel niet be kend zijn. In het contact dat wij destijds gehad hebben met de interde partementale stuurgroep hebben wij de indruk gekregen dat de rijkssub sidiëring zou worden geregeld. Het blijkt echter nogal lang te duren voordat daarover duidelijke richtlijnen komen. Ik moet zeggen dat ik wat pessimistisch ben gestemd over de ontwikkeling op dit gebied, al thans voor zover daarover op dit moment valt te oordelen. Wij hebben bij de behandeling van het rapport over de schooladvies- en begeleidings dienst aangestipt dat de subsidiemogelijkheden mede bepalend moeten zijn voor de uitgroei van de dienst als zodanig. In de gemeente Breda zullen wij steeds moeten afwegen of wij bereid zijn het eventuele te kort aan te vullen; die afweging dient te geschieden tegenover allerlei andere zaken die aan de orde moeten komen. De schoolranddiensten, waarbij met name de schoolpsychologen een rol spelen, is een zaak van de integratie van het werk. Zelfs als het werk van de schoolartsen niet wordt ingebouwd in de schooladvies- en begeleidingsdienst zal er toch een goede werkafspraak moeten ko men om allerlei activiteiten op elkaar af te stemmen. Daarover heb ben wij met de directeur al een eerste bespreking gehad. Natuurlijk zal moeten worden nagegaan op welk moment en op welke wijze dit alles geregeld zou kunnen worden. Van de regionalisering is niet méér te zeggen dan dat enige tijd geleden de contacten zijn gelegd en dat er in de regio belangstelling voor bestaat; over de vormgeving, waarbij het onderwijs in de regio natuurlijk ook moet worden betrokken, kunnen wij op dit moment ech ter nog geen nadere mededelingen doen. De heer Gielen heeft gevraagd naar de huisvesting en ten aanzien

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1404