1405
24 NOVEMBER 1972
daarvan kan ik hem het volgende zeggen. Thans zijn wij daarmee be
zig en wij stellen ons voor dat daarover nog deze maand meer inzicht
en mogelijk zelfs een beslissing kan worden verkregen. Daar verschil
lende panden in discussie zijn, lijkt het mij niet mogelijk hierover op
dit moment een oordeel te geven. Ook de financiële consequenties zul
len immers nog beoordeeld moeten worden.
Met betrekking tot de planning van scholen voor voortgezet on
derwijs in de wijken moet ik hem zeggen dat de mogelijkheid hiertoe
slechts beperkt is. Wij kunnen alleen maar de ruimten aangeven waar
in deze vorm van onderwijs kan worden gegeven, omdat wij ten aan
zien van het voortgezet onderwijs geen directe verantwoordelijkheid
hebben. Ik moet zeggen dat ik het wel eens betreur dat de gemeente
op dit vlak niet over wat meer invloed beschikt. De rijksoverheid be
slist over de planning en wanneer een en ander dan in de practijk niet
zo erg goed blijkt te lopen, komt veelal bij ons de vraag naar een tij
delijke huisvesting voor gedeelten van zo'n school en soms zelfs voor
de gehele school. Mijns inziens zou het veel beter zijn wanneer de
planning van scholen, ook de fasering van de bouw, regionaal zou
kunnen plaatsvinden. Over het voortgezet onderwijs in de Haagse
Beemden hebben wij een eerste onderhoud gehad met de inspecties
en enkele schoolbesturen om na te gaan of men op basis van vrijwil
ligheid tot een planning in deze wijk zou willen komen.
Ten aanzien van de gemeentelijke technische school heeft de
heer Gielen opgemerkt de afgekondigde bouwstop te betreuren. Ik
moet hem zeggen dat niemand deze maatregel ernstiger zal hebben
betreurd dan wij. Het plan was immers al de hele molen gepasseerd
en op het moment dat de brief betreffende de aanbesteding kon uit
gaan, werd de bouwstop afgekondigd. Als iets ons teleurgesteld heeft
dan is ddt het wel geweest. Wij doen ons uiterste best om de school
alsnog gebouwd te krijgen, onder andere via de pot voor de werkge
legenheid, en elke actie van de raad die dit streven van het college
zou ondersteunen, is welkom; gezien de besprekingen die wij daarover
in het college hebben gehad, meen ik dit zonder overleg nu wel te
kunnen zeggen.
De VOORZITTER: Dit betekent dat de motie-Gielen door het
college wordt overgenomen.
Mevrouw WILLEMS -VAN DOORN: Ik vind het prettig dat de wet
houder, ondanks de gecompliceerde problematiek die ik heb aangesne
den, heeft gesproken op mijn betoog in te gaan. en wat mee heeft ge
filosofeerd over het onderwijs. Graag wil ik op zijn suggestie om een
extra afdelingsvergadering te wijden aan bespreking hiervan ingaan;
ik hoop dat ook de andere leden van de afdeling daar positief op zul
len reageren. Ook ben ik het met de wethouder eens dat onderwijsver
nieuwingen landelijk moeten worden gecoördineerd. Ik ben dan ook
sterk voor een nationaal centrum voor het onderwijsbeleid, maar dit
is een zaak voor de landelijke politiek; mogelijk kan de heer Dees
zich daar straks voor inzetten.
Met betrekking tot de schooladviesdienst kan ik de mening van
de wethouder eveneens delen, namelijk dat er in de beginfase een
tijd van oriëntering en beleidsplanning moet komen, maar wij hopen
dat daarna dan met voortvarendheid de vele taken zullen worden aan
gepakt en dat daarbij de kwestie van de achterblijvers een hoge priori
teit zal krijgen.
In tegenstelling tot de wethouder blijft onze fractie van mening