17 FEBRUARI 1972 138 40,50,-- of 60,-- per m2 bedraagt met bijvoorbeeld vijftig cent of een gulden zou worden verhoogd. Waarom doen wij dat dan niet? De argumenten daarvoor zie ik nog altijd niet en ik zou daar dus graag een nadere toelichting op krijgen. De heer QUADEKKER: Op de valreep heeft de wethouder nog geantwoord op mijn vraag dat wij inderdaad zullen worden inge licht als er een bestemmingswijziging komt. Ik meen uit de zin "een eventuele bestemmingswijziging" echter te mogen concluderen dat er al over gedacht is en dat er misschien al een plan bestaat. Daarom meen ik te mogen vragen of wij, als dit eventueel juist is, hierover eventueel spoedig worden ingelicht. De heer VAN OS: Kortheidshalve sluit ik mij wederom aan bij wat de heer America heeft gezegd. Met hem betreur ik het dat de argumenten die in het voorstel zijn genoemd om deze gulden niet op de grondprijs te leggen gewoon worden ontweken als je er iets over zegt en dat er nu kennelijk geheel nieuwe argumenten zijn. Ik heb gemerkt dat wij nu wel tot de kern van de zaak zijn door gedrongen. Wijkvoorzieningen als gemeenschapshuizen, speeltuinen enz. zijn voor de wethouder een vreemd element, maar mijns inziens zijn het mede deze voorzieningen die de leefbaarheid van een wijk voor een groot deel bepalen en ik geloof dan ook dat wij op de verkeerde weg zijn als wij daar geheel aan voorbij gaan. Immers, langzamer hand heeft toch wel de overtuiging veld gewonnen dat dergelijke voor zieningen onmisbaar zijn in een wijk, zodat de kosten ervan gewoon bij de wijk horen, net als die van de lantaarnpalen, de trottoirs, enz. Wat dat betreft verschil ik dus principieel van mening met de wethouder. De heer ROOZEBOOM: Ik meen dat er over de wenselijkheid van de wijkvoorzieningen geen verschil van mening bestaat, maar toch mis ik iets in deze discussie, namelijk de gedachte dat bij voorbeeld in het Brabantpark, waar men volgens de heer van - Os al vijftien jaar probeert iets te krijgen maar nog niets heeft, langs deze weg iets te veranderen zou zijn. Dat is namelijk niet mogelijk, omdat men volgens de rijksregeling voor gemeenschapsvoorzieningen minimaal een bepaald bedrag zelf moet opbrengen. Dat kunnen wij niet uit deze pot geven, want dan krijgt men ae rijkssubsidie niet en dat zou tot gevolg hebben dat de voorziening helemaal door de gemeente betaald moet worden. Als wij dat gaan doen hebben wij over twintig jaar nog niets. Deze benadering is mijns inziens dan ook niet mogelijk. Wethouder VAN DUN: Dat de heer Quadekker ingelicht wil worden over een eventuele wijziging van het bestemmingsplan Ruiters bos is duidelijk. Ik meen dat daarover in de afdeling voor openbare werken enkele dagen geleden al is gesproken. Het is mij niet belend hoever de procedure bij de dienst van openbare werken is gevorderd, maar zoals men weet moet er een aantal wijzigingen in het plan Ruitersbos komen, omdat een aantal zaken die wij aanvankelijk wel mogelijk achtten niet realiseerbaar blijkt te zijn. Dat betreft niet alleen de draf- en renbaan, maar ook andere zaken. Zodra men met de bestudering daarvan klaar is en de zaken op papier staan zal dit in de afdeling aan de orde worden gesteld. Overigens

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 138