24 NOVEMBER 1972 1418 jaar achterstand hebben die wij moeten inhalen om het beleid een pas send kleed te kunnen geven. Ik wijs in dezen niet beschuldigend in één richting, want men moet niet denken dat ik het niet goed functioneren van de culturele raad alleen aan die raad wijt. Naar mijn mening zijn er meer redenen waarom zijn werk niet tot ontplooiing is gekomen. Hetgeen ik heb gezegd over de achterban houd ik echter staande. Ik wil daarom een voorstel doen om tot een zo optimaal mogelijk functio nerende culturele raad te komen. Daartoe zou ik de naam willen veran deren in "Adviesraad met kuituurachterban", afgekort tot "ARKA"; naar mijn gevoel zou het slechter kunnen.' Ik volg hierbij beslist niet de huidige methode van de raad om dit door middel van een motie voor te stellen. Het hier reeds gebruikte woord "motie-inflatie" is vol gens mij juist. Te zijner tijd zullen wij er toch tegenaan lopen en op dat moment verwachten wij van u voorstellen. Wanneer wij die voor stellen behandelen, kunnen wij de achterban erbij betrekken; mogelijk kan evenwel ook de bestaande situatie worden gewijzigd. Naar mijn gevoel moet er een adviesorgaan komen dat recht doet aan de achter ban, een orgaan waarmee wij uiteindelijk tot een verantwoorde besluit vorming kunnen komen. Voor alle duidelijkheid wil ik nog twee opmerkingen maken. Onze fractie is niet tegen vernieuwingen en experimenten op het cul turele vlak, omdat zij van mening is dat de mens als cultuurdrager er zelf toch de definitieve vorm aan geeft. De tweede opmerking is dat de overheid de primaire taak heeft ervoor te zorgen dat er in onze samenleving op het terrein van de cul tuur geen achtergebleven gebieden zijn of komen. De heer SANDBERG: Enige dagen geleden heb ik met u afgespro ken dat ik geen algemene beschouwingen zou houden bij het hoofdstuk betreffende cultuur, maar ik heb nog 40 minuten en wil daarom toch enkele opmerkingen maken. Uit het betoog van de heer Spanjer zou men haast kunnen opma ken dat hij bezwaar heeft tegen het bordje "uitverkocht" bij de schouw burg en daar wil ik. bepaald stelling tegen nemen. Ik heb hier het Thea terbulletin, geldig van 29 november t/m 17 december, voor mij liggen, waarin alle voorstellingen in die tijd zijn opgenomen en dat zijn er nog al wat. Daarvoor zijn overal kaartjes verkrijgbaar en ik mag aannemen dat deze situatie representatief is voor andere perioden. Daarnaast zijn er voldoende vrije voorstellingen. Het is natuurlijk vervelend dat men, wanneer men geen abonnement heeft, eens een keer de neus stoot om dat de voorstelling is uitverkocht, maar als men een abonnement neemt, loopt men dat risico niet. Voorts een opmerking over de bevoorrechting van de elitaire kunst beoefening en het afstemmen van de cultuur op de verschillende sociale milieus. Ik wil graag de verdediging van het schouwburgbeleid op mij nemen. Wat er op dit moment bij de schouwburg gebeurt, vind ik pret tig, zinvol en getuigen van een wijs beleid. Wanneer men ziet dat er op de scholen stencils worden verspreid waarin staat vermeld dat men voor 3,50 voor alle rangen naar de schouwburg kan, terwijl men een keu ze kan maken uit 6 5 7 voorstellingen en men slechts een strookje be hoeft in te vullen dat bij de scholen weer wordt opgehaald, vind ik dat er een bijzondere geste is gedaan om de jeugd in de schouwburg te brengen. Ook heb ik veel lof voor het mini-theater dat op 10 decem ber a.s, start; ik meen dat er in dit kader ongeveer zes voorstellingen zullen worden gegeven. Dit initiatief, waarbij de mensen het toneel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1418