24 NOVEMBER 1972 1434 de hondenbelasting. Deze is in de vorige eeuw ingesteld, een tijd waar in er ook nog een dienstbodebelasting was. Die belasting is intussen ver dwenen, de dienstboden trouwens ook, maar de honden en de honden belasting bestaan nog altijd. Deze belasting stamt dus uit een tijd die niet met de onze te vergelijken is. Als wij de hondenbelasting nu nog zouden moeten instellen, zouden wij het beslist niet doen, net zo min als wij er over zouden peinzen om in koelen bloede een belasting op bijvoorbeeld pony's of duiven, twee diersoorten die op het moment ook erg "in" zijn, in te stellen, ook al zitten wij nóg zo om geld verlegen. Een paar jaar geleden heb ik al eens gevraagd naar de hoogte van de innings- of de perceptiekosten; deze moeten behoorlijk zijn, wil men tenminste ook nog een doelmatige controle op aangifte houden. Men heeft mij toen gezegd dat er toch altijd nog wel zo veel overblijft dat het de moeite waard is. Voor de burgers is evenwel de narigheid dat met financiële draag kracht geen rekening wordt gehouden, afgezien nog van het feit dat zij het verband tussen belasting betalen en een hond hebben helemaal niet meer zien. Mijns inziens moet het niet zo zijn dat het houden van een hond, bijvoorbeeld door bejaarden, afstuit op financiële bezwaren. Vaak is een huisdier hun enige metgezel. Eenzamen kiezen vaak een hond, omdat het een huisdier is dat echt kan meeleven. Niet elke hond is echter zo gelukkig een baas met geld te hebben. Ik heb mij wel eens afgevraagd; is het misschien daarom dat sommige honden je zo droef kunnen aankijken? Ik weet dat velen het met mij eens zijn dat de hon denbelasting een bijzonder nare zaak is. Zij wordt nu weer verhoogd en wellicht betekent dit voor een aantal honden dat zij op straat ko men te staan. Mijn vraag was of de hondenbelasting nu niet kan worden bevro ren. Ik ben er mij van bewust dat daarmee een klein gaatje in de be groting ontstaat. Om dit tóch te bereiken, zou ik natuurlijk moeten beginnen met het indienen van een motie, maar ik moet u zeggen dat ik van moties langzamerhand mijn buik vol heb. Eigenlijk durf ik het niet.' Ik heb daarom geprobeerd een andere weg te bewandelen door bij deze en gene in de raad te informeren hoe zij erover denken en ik meen nu een oplossing te hebben gevonden. Als wij nu eens zouden kunnen afspreken dat wij de hondenbelasting laten vervallen zodra wij de onroerend-goedbelasting invoeren? U zult misschien zeggen dat hondenbelasting en onroerend-goedbelasting niets met elkaar te ma ken hebben, maar beide vormen een bron van inkomsten. Wanneer de onroerend-goedbelasting wordt ingevoerd, zullen wij verplicht zijn de personele belasting en de vermakelijkheidsbelasting te laten verval len, terwijl de hondenbelasting kan worden gehandhaafd. Daar de ge meente nooit in haar geld zal zwemmen, zullen wij van de hondenbelasting nooit meer afkomen. Het is niet denkbeeldig dat over 200 jaar een raads lid zal vertellen dat de hondenbelasting 350 jaar bestaat. Ten slotte nog het volgende argument. Wij moeten ook een beet je denken aan efficiency in belastingheffing.' Ik wil u dan ook vragen met mijn voorstel tot het afschaffen van de hondenbelasting bij de in voering van de onroerend-goedbelasting mee te gaan. De heer QUADEKKER: Ik wil de suggestie van de heer Spanjer graag steunen. Ook wil ik hem de relatie tussen de onroerende goede ren en de honden aangeven: de honden bewaken de onroerende goede ren, Het moet u als hoofd van de politie toch aanspreken dat met na me het aantal inbraken zal dalen wanneer in vele huizen honden aan wezig zijn.'

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1434