1437
24 NOVEMBER 1972
stand;
- tot verhoging van de parkeergelden;
- tot verhoging van de rechten van de ambulancedienst;
- tot verhoging van de leges voor bouwvergunningen;
- tot verhoging van de straat- en rioolbelasting en het rioolrecht;
- tot verhoging van het afvoerzuiveringsrecht;
- tot vaststelling van het bedrag per leerling voor het basisonder
wijs, voor scholen voor kinderen met leer- en opvoedingsmoge
lijkheden en voor de overige bijdragen aan het buitengewoon
onderwijs;
- tot verhoging van het schoolgeld voor de muziekschool;
- tot verhoging van een aantal opcenten op de hoofdsom der per
sonele belasting.
- tot verhoging van de hondenbelasting.
Voorts wordt zonder hoofdelijke stemming de begroting van de
gemeentelijke sportstichting voor het jaar 1973 goedgekeurd, terwijl
het investeringsplan 1973 - 1975 zonder hoofdelijke stemming voor
kennisgeving wordt aangenomen.
8. Vaststelling diverse begrotingswijzigingen als uitvloeisel van
reeds eerder genomen besluiten.
Zonder hoofdelijke stemming worden deze begrotingswijzigingen
vastgesteld.
De VOORZITTER: Ik geloof dat ik mag constateren dat er een
zekere vreugde bestaat over het feit dat deze dagen ten einde zijn.
Ik heb kunnen vaststellen dat er ongeveer 200 keer het woord is ge
voerd en dat is waarlijk geen gering aantal. Naar mijn mening is het
bijzonder gunstig dat wij in 1973 weer uitgaven kunnen doen voor de
belangen van de burgers. Graag wil ik nog zeggen dat wij na dit be
stuurlijk debat van enkele dagen gewoon door zullen gaan. Alles wat
in deze dagen is gebeurd, had ook bijzonder positieve kanten.
In de loop van deze dagen zijn er zeker wel 100 toezeggingen door
het college gedaan. Deze zullen wij met een grote nauwgezetheid
gaan behandelen. Mij is opgevallen dat er een groot aantal verwijzin
gen heeft plaatsgevonden naar de afdelingen, die, zoals u weet, bin
nenkort zullen worden opgeheven, maar de gedane toezeggingen zullen
dan ongetwijfeld op een andere plaats terecht komen. Ook opvallend
was dat er nogal wat herhalingen hebben plaatsgevonden; u hebt ook
uiting gegeven aan uw blijheid en dat is natuurlijk wel gunstig, maar
als u het ergens mee eens bent, behoeft u dat niet altijd te zeggen.
Al met al geloof ik evenwel dat deze begrotingsbehandeling met een
gunstige uitslag kan worden afgesloten.
Ik wil voorts nog even stilstaan bij een tweetal leden van de
raad dat vanaf vandaag geen zitting meer zal hebben in deze raad,
namelijk mevrouw Stockmann-van der Kallen en de heer Van Over-
veldt.
Mevrouw Stockmann is vanaf 16 november 1967 lid van deze
raad geweest. Zij is lid geweest van de afdeling onderwijs, de afde
ling openbare werken en tot mijn onuitsprekelijke vreugde ook van
de commissie algemene zaken. Men zou van haar kunnen zeggen
dat zij bijzonder goed werk heeft gedaan, ook als fractievoorzitster,
een functie die zij enige tijd heeft gehad. Je zult er maar voor staan!
Men zegt wel eens: het zal je fractie maar wezen.' Zij heeft die taak