1450 4 DECEMBER 1972 zijn niet in concrete bedragen te vinden. Zoals de raad bekend moet zijn, figureert elk jaar op de begroting een storting vanuit de middelen van de gemeente in de risicoreserve; deze storting is verplicht. Het is duidelijk dat, wanneer de mogelijkheid bestaat van grotere baten van het gemeentelijk woningbezit ingevolge de huurverhoging op basis van de huurharmonisatie, in dat geval de bijdragen uit de algemene midde len kleiner zullen zijn dan ingeval die maatregelen niet doorgevoerd worden. Dat is het effect op de begroting; de verplichte storting zou kunnen vermin deren op basis van de huurharmonisatie. Wanneer wij dit niet doen, vermin dert die post ook niet. Vervolgens kom ik bij punt B, de huurharmonisatie 1973, Wij heb ben 1972 in de beantwoording duidelijk afgehandeld. Wij hebben de be woners in kennis gesteld van ons voornemen om op basis van onze op dracht te komen tot een huurverhoging op basis van de huurharmonisatie. Ondanks de genoemde percentages zou men van mening kunnen zijn dat iedereen, die in Breda in een gemeentewoning woont, geacht wordt be zwaar te hebben gemaakt, U weet dat de bezwaren buiten onze compe tentie zijn doorgegeven aan de huuradviescommissie. Ik ben blij dat de heer Crul met mij constateert dat wij geen jurisdictie hebben over de huuradvies commissie. De huuradviescommissie heeft een ons niet bekend advies aan de minister gestuurd; de minister heeft de plannen tot verhoging van de huren op basis van de huurharmonisatie verplicht gesteld, daarbij aan nemend dat de gesignaleerde en in de beschikkingen met name genoemde tekortkomingen verholpen zullen worden. De uitvoering van die opdracht heeft u bij de begroting in de nota huisvesting gezien. Een andere zaak is de huurharmonisatie 1973. Deze huurharmoni satie is gebaseerd op hetzelfde wetsartikel en op hetzelfde principe; bo vendien wordt deze huurharmonisatie begeleid door een ministeriële aanschrijving, die de zaak enigszins verfijnder voorstelt dan in 1972 het geval was. De heer Crul vraagt of het college van plan is de huurharmonisatie - maatregelen in de raad te doen behandelen, vóór deze naar de minister en de huuradviescommissie worden gezonden. Ik praat nu niet over het mo gelijke gebrek aan tijd, U weet dat wij ons advies voor 1 december bij de huuradviescommissie hadden moeten deponeren. Op basis van een hoffe lijkheid ten aanzien van de heer Crul hebben wij met de secretaris van de huuradviescommissie afgesproken dat wij uiterlijk op 15 december ons advies daar mochten deponeren. Dit doet echter niet ter zake, het is gewoon een practische zaak. Een andere vraag is of het college bereid is. Wij moeten de in dit democratisch stelsel bestaande spelregels han teren; wij moeten duidelijk zeggen dat het gaat om een opdracht, die uit hoofde van de wet aan het college van burgemeester en wethouders is gegeven, In verband met openheid en democratisering geeft het geen pas ten aanzien van dit incidentele punt een beleid te doorkruisen en daarvan af te wijken. Nadat het college zijn eigen bevoegdheid heeft waargemaakt, heeft de raad via artikel 129 van de Gemeentewet de mogelijkheden om het beleid van het college te testen en zonodig te corrigeren. Afgezien daarvan moeten wij niet geheel op de formele toer gaan. Wij moeten duidelijk constateren dat wij met een eigen bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders te maken hebben. Het college kan er naar mijn mening geen bezwaar tegen heb ben het voor 15 december in te dienen harmonisatieplan te bespreken met de raadsafdeling openbare werken, die gelukkig nog voor die da tum, namelijk op 11 december, vergadert. Wij kunnen dan kennis ne men van het standpunt van de leden van de afdeling en het college kan, indien het daartoe aanleiding ziet, zich een aantal van de gemaakte

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1450