17 FEBRUARI 1972
142
23. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
BESCHIKBAARSTELLEN VAN VOORBEREIDINGSKREDIETEN TEN
BEHOEVE VAN IN 1972 TE RENOVEREN WONINGCOMPLEXEN.
Gelijktijdig hiermee wordt in behandeling gebracht:
39. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE HET
RENOVATIEPLAN 76 WONINGEN VESTKANT/VESTINGSTRAAT.
Mevrouw STOCKMANN-VAN DER KALLEN: Wij zijn natuurlijk
blij dat wij weer een voorstel voorgelegd krijgen voor het renoveren
van woningcomplexen. Het is echter een droevige zaak dat er nu nog
gepraat wordt over de complexen Westeinde-Vestkant, die al in juni
1970 op de agenda stonden en waarvoor toen ook al voorbereidings
kredieten zijn uitgetrokken. Nog steeds is een deel van de renovatie
van de Vestkant niet goedgekeurd, omdat weer de kosten te hoog zijn.
Op zichzelf is het een nare zaak dat twaalf instanties zich ermee
bezig moeten houden voordat een stuk helemaal waargemaakt kan
worden. De woningen aan het Westeinde zijn voor een deel al dicht
gespijkerd en ik begrijp hoe groot de moeilijkheden van de wethouder
zijn, die zijn uiterste best doet alles voor elkaar te krijgen, maar die
steeds weer voor een muur van problemen komt te staan en steeds weer
nieuwe instanties moet benaderen om iets te bereiken. Het zal duide
lijk zijn dat het voor de mensen die het aangaat zo langzamerhand
onmogelijk is geworden te begrijpen waarop alles stuit en waardoor
het steeds wordt tegengehouden.
Nu hoor ik dat er een grote kans bestaat dat aan de ramen van
de woningen aan het Westeinae voorrang zal worden gegeven. Ik hoop
tenminste dat ik het goed begrepen heb, want de situatie is daar dus
danig onhoudbaar dat het voor de bewoners onaanvaardbaar is nog langer
te moeten wachten. Ik begrijp heel goed dat het de wethouder onmo
gelijk is vlugger te werken, maar aan de andere kant zou er toch iets
aan de methode gewijzigd moeten kunnen worden, zodat dit voort
gang kan vinden. Ik zou dan ook graag van de wethouder horen in
welk stadium het mogelijk is in te grijpen of op een of andere ma
nier de procedure te versnellen opdat er iets kan worden gedaan aan
deze onmogelijke situatie.
De heer VAN MERKOM: Wij kunnen ons volledig aansluiten bij
de woorden van mevrouw Stockmann. Wellicht zouden wij moeten
trachten minister Udink naar Breda te laten komen, ik geef u dat
graag in overweging.
Mevrouw VAN NES-BRANDS: In de vergadering van 18 november jl.
is de nota over de huisvestingsproblematiek aan de raad ter kennisneming
aangeboden en aanvaard. Besluiten zijn toen nauwelijks of niet geno
men, maar de wethouder heeft toegezegd met besluiten in de raad
terug te komen. Deze besluiten zijn vanavond aan de orde. Aanvan
kelijk was het er een, maar nu zijn het er twee, want het laatste
voorstel hebben wij vanavond op tafel gekregen, zonder dat wij daar-
tevoren kennis van hebben kunnen nemen.
Ik hoop dat het mij toegestaan is wat uitgebreider over deze
problematiek te spreken, want het onderwerp, dat ik nauw relateer
aan de woningnood in Breda, acht ik van dusdanig belang dat ik
vind dat er op een avond als deze wat meer tijd aan besteed moet
kunnen worden.