1455
4 DECEMBER 1972
kanttekeningen maken, omdat wij als gemeente een huisvestingsbeleid
moeten voeren. Wij zijn daarvoor verantwoordelijk. De Vereniging van
Nederlandse Gemeenten heeft vandaag een klaagschrift aangeboden aan
de nieuwe informateur De voorzitter zal daarvan wel op de hoogte
zijn. In dat klaagschrift staat duidelijk dat de gemeenten in feite geen
eigen beleid meer kunnen voeren. Dit geldt ook op het gebied van de
huurharmonisatie. Wij kunnen op huisvestingsgebied geen eigen beleid
meer voeren als deze maatregelen doorgevoerd worden. Dat kunnen
ook de woningbouwverenigingen niet. Wi j moeten dus duidelijk onze
stem laten horen.
De nu demissionaire regering heeft de huurharmonisatieplannen
in 1971 opgesteld. Daarbij is men er vanuit gegaan dat er goede en
betaalbare woningen moeren komen voor alle burgers van Nederland.
Wij hebben met dat uitgangspunt natuurlijk geen problemen; wij onder
schrijven het. Als men dan echter ziet hoe men tot het doel wil gera
ken, blijft er van het uitgangspunt in feite niet veel over. Een van de
regels, die niet in dat uitgangspunt passen, is de huurharmonisatierege-
ling. De huren moeten gekoppeld worden aan die van nieuwe woningen;
daarnaast kunnen wij nog een excra huurverhoging van 20°Jo verwachten,
ook wat de inflatiebestrijding betreft. De heer Geene heeft daarover ge
sproken. Deze maatregelen zijn naar mijn mening niet reëel; het is een
slechte zaak. De lagere en laagste inkomensgroepen, die het nauwst
betrokken zijn bij de woningnood, worden daarvan de dupe. Dit heeft
naar mijn mening ook de heer Geene bedoeld, toen hij zei: "Daar zit
ten de problemen". Als wij de situatie door het doorvoeren van de huur-
harmonisatieregeling juist voor de genoemde groepen slechter maken,
moeten ook de heer Geene en de K. V. P. het er mee eens zijn dat wij
die weg niet moeten inslaan. Een gevolg daarvan is dat de relatief
goedkope huizen duurder worden en voor die groepen niet meer te be
talen zijn.
Ik moet voortdurend op de woorden van de heer Geene terugvallen,
omdat hij vrijwel hetzelfde heeft gezegd als hetgeen ik wil zeggen. De
kostprijsberekening heeft natuurlijk niets te maken met de huurharmoni
satieplannen, Er komt geen kostprijs aan te pas. Het beleid, dat in 1971
door de vorige regering is vastgesteld, wordt nu uitgevoerd. De kostprijs
heeft hiermee echter niets te maken. Men is er vanuit gegaan dat de
huurprijzen van oude en nieuwere woningen niet te ver uit elkaar moe
ten komen te liggen. De kostprijs is in dit verband niet aan de orde.
Zoals u wel begrepen heeft, streeft de progressieve samenwerking
centraal gezien naar een werkelijk sociaal huisvestingsbeleid. De moge
lijkheden zijn daarvoor aanwezig, als de volgende maatregelen getrof
fen worden. De huurontwikkeling moet passen bij het inkomens- en
prijsbeleid. Iedere burger moet een aanvaardbaar bedrag van zijn in
komen aan huur betalen. Huren en objectsubsidies dienen afgestemd
te zijn op het inkomen van de betrokkenen en de gesubsidieerde woning
bouw - één van de voornaamste maatregelen die genomen dienen te wor
den - dient niet meer toevertrouwd te worden aan beleggers, maar voor
de realisering en het beheer te worden toevertrouwd aan de gemeenten
en aan de woningbouwverenigingen. Het laatste punt moet de basis zijn
voor een sociaal huisvestings- en woningbouwbeleid voor de toekomst.
Terugkomend op het bezwaar van onze kant tegen het invoeren
van de huurharmonisatie, wil ik samengevat nog de volgende punten
noemen, waarop wij ons bezwaar stoelen. Het gaat ten eerste om het
afwijzen van de koppeling van de huurprijzen van oude en nieuwe wo-