1464 4 DECEMBER 1972 Daar moeten wij rekening mee houden. Ik moet dus concluderen dat de moties op dit moment niets oplossen. Wij moeten de moties daarom ook niet steunen. De heer VAN MERKOM: De heer Crul heeft op 23 oktober de interpellatie aangevraagd. Op 4 november heeft hij de interpellatie verder omschreven. Vandaag, op 4 december, dient hij de daaruit voortvloeiende moties in. Deze moties gaan in tegen een landelijk uitgestippeld beleid. Wij zouden heel graag op 23 oktober dan wel op 4 november deze moties ter beschikking gehad hebben. Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Wij moeten toch de antwoorden afwachten? De heer VAN MERKOM: Deze moties gaan in tegen een landelijk beleid. De gemeente moet geen landelijk beleid doorkruisen. Wanneer wij het landelijk beleid in deze niet aanvaarden, moeten wij dit op andere plaatsen te berde brengen. Wij hebben nu derhalve geen behoef te aan de moties. De heer KROON: Uit de beantwoording van de wethouder naar aanleiding van de voorliggende moties is volkomen duidelijk geworden dat, zoals de heer Von Schmid zeer terecht heeft gezegd, deze moties een slag in de lucht zijn. Een ontheffingsmogelijkheid is namelijk niet ingebouwd: dit heeft de wethouder zeer duidelijk gezegd. Deze moties monden daarin wel uit. Bovendien moet het duidelijk zijn dat de raad voortdurend bezig is geweest met de huisvestingsproblematiek. Dit is gebeurd bij de algemene beschouwingen tijdens de begrotingsbehande ling en bij de behandeling van de aanvullende nota volkshuisvesting. Duidelijk is naar voren gekomen dat deze problemen de gehele raad ter harte gaan. Dit geldt ook ten aanzien van het achterstallig onder houd en van het preventief onderhoud. De aanvullende nota volkshuis vesting is door de raad in haar totaliteit aanvaard. Dit is gebeurd omdat toen ook bekend was dat met achterstallig onderhoud te maken had; daarvan is voldoende notitie genomen. Ook het preventieve onderhoud zal ter hand worden genomen. De wethouder heeft nu toegezegd dat in de afdeling openbare werken ten aanzien van de huurharmonisatie uitvoerig gesproken zal worden over de methodiek van het puntenstelsel. Ik juich dat streven toe. Ik heb geen behoefte aan de moties; mijn fractie zal dan ook tegen de beide moties stemmen. De heer VAN DUUL: Als ik de wethouder goed begrepen heb, zou het aannemen van deze moties betekenen dat er een mogelijkheid aanwezig is dat het verhogen van de huur niet kan plaatsvinden. De op brengsten van de huurverhogingen zouden gestort moeten worden in het risicofonds. Wanneer dit niet gebeurt, zou dit een rechtstreekse uithol ling van de reserve in dit fonds betekenen. Daardoor wordt ons de mo gelijkheid om de geplande woningverbeteringen uit te voeren ontnomen. Als dit zo is, ben ik van mening dat de moties een belemmering kunnen vormen voor de uitvoering van de geplande verbeteringen aan de wonin gen. Op grond daarvan heb ik bezwaar tegen deze moties. De heer VAN OS: De zin van de moties lijkt mij gelegen in het feit, dat wij als lokale overheid - dat is niet ondemocratisch - protest aantekenen bij de landelijke overheid. Wij kunnen aanvoeren dat wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1464