4 DECEMBER 1972 1466 Wethouder VAN DUN: Voorts heeft de heer Kroon mij verkeerd begrepen. Ik heb gezegd dat integrale ontheffing in het systeem niet is ingebouwd. De enige ontheffing, die is ingebouwd, is de partiële ontheffing op basis van de zeer slechte situatie. Daarover praten wij graag verder in de afdeling. Ik ben het met de woorden van de heer Van Duijl over het resul taat van het risicofonds eens, maar niet met zijn redenering. Het risico fonds wordt gevoed van twee kanten, vanuit huurbijdragen en vanuit de algemene middelen. Hoe eerder het risicofonds op peil is, des te beter kunnen wij het onderhoud verrichten volgens de voorstellen, zoals wij die denken in te dienen. U krijgt in januari-februari 1973 ad hoe-voor stellen voor de complexen die in de nota-huisvesting zijn genoemd. Hierbij wil ik het voor de duidelijkheid laten. De VOORZITTER: Dames en heren, de discussies over dit punt zijn op dit moment gesloten. Er zijn voldoende termijnen geweest. Ik stel voor nu over te gaan tot stemming. Misschien wilt u de moties voor u nemen. Zij zijn beide gedateerd 4 december 1972. In één van de moties, die ik voor het gemak aangeduid heb met nummer I, wordt gesproken over de huurharmonisatiemaatregelen per 1 april 1972, Dat staat op de tweede regel. Deze motie zou ik als eerste in stemming willen brengen. Daarna zal gestemd worden over motie nummer II. Ik trek nummer 20. Vervolgens wordt motie nummer I in stemming gebracht en met. 23 tegen 8 stemmen verworpen. TEGEN stemmen: de heren Von Schmid, Van Duijl, Biemans, Roozenboom, De Raaff, Sandberg, Taks, Koertshuis, Van Banning, Geene, Dees, Kroon, Van Dun en Van Loon, mevrouw jager-Middel beek, de heren Van Caulil en Van Merkom, mevrouw Van Rooij-van den Heuvel, de heren Broeders, Van Graafeiland, Mans, Kramer en Brooimans. VOOR stemmen: mejuffrouw Paulussen, de heer America, me vrouw Willems-Van Doorn, de heren Jansen, Spanjer, Crul, Gielen en Van Os, De VOORZITTER: Vervolgens is de tweede motie aan de orde, die handelt over de huurharmonisatiemaatregelen per 1 april 1973. De wethouder heeft hierover nog een opmerking gemaakt. Wij zullen nu over deze motie een uitspraak doen. Hierna wordt motie nummer II in stemming gebracht en met 23 tegen 8 stemmen verworpen. TEGEN stemmen: de heren Von Schmid, Van Duijl, Biemans, Roozenboom, De Raaff, Sandberg, Tax, Koertshuis, Van Banning, Geene, Dees, Kroon, Van Dun en Van Loon, mevrouw J'dger-Middel- beek, de heren Van Caulil en Van Merkom, mevrouw Van Rooij-Van den Heuvel, de heren Broeders, Van Graafeiland, Mans, Kramer en Brooimans. VOOR stemmen: mejuffrouw Paulussen, de heer America, me vrouw Willems-Van Doorn, de heren Jansen, Spanjer, Crul, Gielen en Van Os.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1466