1470
4 DECEMBER 1972
de gebruikers van de wijkverwarming. Dat is voor een deel ook niet
gebeurd; wij hebben laatst een fors bedrag moeten bijpassen. Dat is
op zich genomen juist, omdat men de kosten niet geheel op de ge
bruikers kan verhalen. Onder punt 2-II van bijlage 351 staat dat het
afkoppelen door of vanwege het Energie- en Waterbedrijf dient te
worden uitgevoerd om storingen in de installatie te voorkomen. De
daaraan verbonden kosten komen voor rekening van belanghebbenden.
Daarbij zou minstens moeten staan dat dergelijke kosten van tevoren
begroot moeten worden; de prijs moet worden opgegeven en zal uitermate
redelijk moeten zijn. Het is natuurlijk niet mogelijk die kosten in deze
algemene regeling met name te noemen; een prijsopgave en een voor
afgaande begroting lijken mij echter alleszins redelijk. Ik zou mij
ook het instellen van een arbitragecommissie kunnen voorstellen,
wanneer men niet akkoord kan gaan met de door het Energie- en Wa
terbedrijf opgegeven kosten.
Onder punt E op bladzijde 3 staat onderaan dat de omvang van het
nog niet afgeschreven deel van de desbetreffende investeringen afhangt
van de warmtecapaciteit van de af te koppelen panden» Over dit onder
werp heb ik reeds eerder mogen spreken, In een aantal woningen is
een ongehoord hoge warmtecapaciteit geïnstalleerd; met de huidige water
temperatuur kan men het, als men alle radiatoren opendraait, in de hui
zen niet uithouden. Wanneer men de afkoppelingskosten gaat baseren
op deze te hoog geïnstalleerde warmtecapaciteit, moeten de mensen
ook op deze grond teveel betalen.
Op bladzijde 4 van bijlage nr. 351 staat onder punt E dat de be
rekening van de contant gemaakte blijvende leidingsverliezen, welke
een bestanddeel vormen van de variabele woningvergoeding voor warm-
tegebruik ten behoeve van de af te koppelen panden, afhankelijk is
van de capaciteit dezer panden. Ik wil hierbij aantekenen dat er,
wanneer men een gehele "streng" afkoppelt van de wijkverwarming, geen
leidingverliezen optreden.
Wij zouden het bijzonder op prijs stellen als in deze regeling een
mogelijkheid tot arbitrage zou worden opge,nomen. De regeling als zo
danig is namelijk wel erg ruim opgesteld; het is een "vrijbrief" voor
het vragen van zeer hoge bedragen. Ik moet u herinneren aan het feit
dat destijds een aantal premiewoningen is afgekoppeld; de schadever
goeding die daarvoor moest worden betaald was tamelijk laag. Boven
dien staat onder punt F op bladzijde 4 dat de schadevergoeding, die
dient voor het afkoppelen in zijn geheel, moet zijn voldaan. Deze
regel is destijds zeker niet toegepast. Men mocht de schadevergoe
ding met 160, -- per jaar afbetalen; het eerste en het tweede jaar
waren zelfs rentevrij. Op bladzijde 4 onder punt G staat een kleine
omissie in het stuk; er staat "de leveringsplicht door de gemeente.
Ik neem aan dat daar "de leveringsplicht van warmte door de gemeen
te.wordt bedoeld; dat staat er echter niet.
Op de manier waarop het stuk nu is opgesteld en met de grote
mogelijkheden voor het berekenen van te hoge bedragen kunnen wij
op dit moment niet akkoord gaan met dit voorstel.
De heer JANSEN: In 1965-1966 kwam er een groen foldertje uit
van het ENWA-bedrijf, waarin stond dat de wijkverwarming warmte
zou brengen voor betaalbare prijzen. Ik citeer hieruit: "De prijs: U
stookte er vroeger een kamer voor". Nu stookt iemand zonder wijk
verwarming voor de prijs, die mensen met wijkverwarming betalen,
Hen huizen. Ik vraag mij af of wij wel rechtvaardig te werk gaan.
Voor alle fouten en tekortkomingen uit het verleden betaalt de ge-