1473
4 DECEMBER 1972
het wederzijds uitwisselen van informatie vernemen wij gaarne, om
zodoende tot een verantwoorde besluitvorming te komen. In principe
gaan wij akkoord met dit voorstel.
De heer TAKS:Ik kan u mededelen dat de V. V.D. -fractie bereid
is medewerking te verlenen aan verzoeken tot afkoppeling van de cen
trale wijkverwarming, mits dit kan geschieden zonder financiële con
sequenties voor de overige gebruikers of voor de Bredase gemeenschap
in haar totaliteit. Of de algemene voorwaarden, zoals die vandaag
worden vastgesteld, aan deze criteria voldoen zal in de practijk moe
ten blijken. Als mocht blijken dat dit niet het geval is, dienen deze
voorwaarden onmiddellijk te worden herzien. Ik kan op voorhand ver
klaren dat een voorstel tot tariefsverhoging ter dekking van verliezen,
die optreden als gevolg van het afkoppelen, door ons niet zal worden
gesteund.
Wethouder VAN GRAAFEILAND: De uitgangspunten in het voorstel
zijn deels wel, deels niet overgekomen, althans bij een bepaald deel
van de raad. In het begin dacht ik dat men de verkeerde kant op ging,
maar dat bleek bij nader inzien nogal mee te vallen. Wat betreft de
afkoppeling wordt er van de zijde van de gemeente op dit moment in
het geheel niets gestimuleerd. Ik onderken de opmerking van de heer
Crul dat dit in de toekomst wel eens zou kunnen veranderen. Momen
teel wordt er niet gestimuleerd - dat is ook duidelijk in het voorstel
tot uiting gebracht - omdat daartoe in het geheel geen noodzaak bestaat.
Het voorstel is ontstaan omwille van het feit dat het gemeentebestuur
de wensen van mensen, die individueel willen verwarmen, wil respec
teren. Momenteel bestaat er namelijk geen enkele mogelijkheid voor
het afkoppelen van dit collectieve verwarmingssysteem. Als men het
systeem openstelt, dient dit te gebeuren met uniforme gedragsregels.
Daarbij zijn twee groepen van belanghebbenden in het geding: de aan
geslotenen op de wijkverwarming en de overige inwoners van Breda.
Onze uitgangspunten worden naar mijn mening in hun algemeenheid door
de raad overgenomen.
Ik ben het geheel met de heer Van Duijl eens als hij zegt dat het
vrij eenvoudig is via dit voorstel wederom de geschiedenis van de wijk
verwarming in te duiken. Ik heb daaraan geen enkele behoefte. Het
zou ook volstrekt buiten de orde van dit voorstel zijn. Met betrekking
tot de tariefstelling, de tariefopzet, de harmonisatie, het al dan niet
ten laste van de algemene dienst brengen van bepaalde delen van de
wijkverwarming, heeft de raad in de vergadering van mei democratisch
besloten. Het lijkt mij volstrekt onjuist daarop op dit moment weer in
te gaan.
Het is ook de heer Van Os duidelijk dat sommige kostenposten
op dit moment niet kunnen worden bepaald. Het zal hem ook duidelijk
zijn dat wij op ieder moment, waarop een verzoek tot afkoppeling wordt
ontvangen, de kosten exact zullen voorcalculeren.
Aan een arbitragecommissie heb ik op dit moment erg weinig
behoefte. Ieder verzoek om afkoppeling bewandelt de normale weg.
Er vindt ambtelijk overleg plaats tussen de verzoekers en het ENWA-
bedrijf. Dit komt uiteraard ter sprake in de raadsafdeling voor de be
drijven. Daar is door de leden van de raadsafdeling om gevraagd; die
vraag wordt gaarne gehonoreerd.
De opmerking van de heer Jansen met betrekking tot het bedrag
van 11. 000. 000, -- is mij niet geheel duidelijk. Ik heb stellig de
indruk dat hij de betreffende opmerking in het voorstel van mei niet