1483
4 DECEMBER 1972
Die correspondentie heeft voor de raad ter inzage gelegen. Nu doet zich
het probleem voor dat het comité ter gelegenheid van de bestemmings
plan-procedure geen bezwaren heeft gemaakt. De raad heeft het bestem
mingsplan goedgekeurd en wij hebben nu een geldig plan. Het is nu wat
moeilijk om bij een verkoop van grond bezwaar tegen het bestemmings
plan te gaan maken» Dat doet natuurlijk niets af van het feit dat wij het
comité behoud binnenstad erkentelijk zijn voor de niet aflatende ijver
waarmee het waakt over de monumenten in Breda.
De heer Van Caulil heeft een aantal technische en financiële vra
gen gesteld. De heer Van Caulil vergist zich als hij zegt dat deze grond
wordt verkocht voor 250, -- per m2. De grond wordt namelijk verkocht
voor 300, -- per m2, De prijs zou 250, -- per m2 zijn geweest als wij
6000 m2 hadden verkocht, in nader overleg is besloten 5000 m2 grond
te verkopen tegen een gelijke totale prijs. Daardoor komen wij uit op
een prijs van 300,-- per m2,
In het contract zijn de leveringsdata voor de verschillende fasen
genoemd. Wanneer de termijnen worden overschreden kunnen er twee
dingen gebeuren. De gemeente kan de grond terugkopen of Koegenboeg
kan een optie op de grond krijgen, Koegenboeg gaat in het laatste geval
wel rente betalen. Die rente is nu vastgesteld op 8°/o, maar volgens het
contract kan de rente ieder half jaar opnieuw worden vastgesteld.
De heer Van Caulil heeft wat moeite met het parkeerterrein. Ei
genlijk zijn er twee parkeersituaties» Het parkeerterrein dat nu zal wor
den aangelegd wordt niet verkocht. Het wordt eigendom van de gemeen
te, de gemeente legt het aan en de gemeente legt ook een openbaar
parkeerterrein aan. De kosten van aanleg zijn begrepen in de kosten
van het bouwrijp maken van de grond ten bedrage van 1.646.000, --.
De heer VAN CAULIL: Kunt u zeggen wat de kosten van het par
keerterrein zelf zijn?
Wethouder VAN DÏJN: Dat kan ik niet zeggen en ik laat mij ook
niet verleiden tot een raming. Het parkeerterrein komt in de algemene
dienst. Het blijft openbaar en de gemeente zal er parkeermeters plaat
sen, waardoor het duidelijk het stempel van openbaarheid houdt.
De heer Van Caulil zegt ten onrechte dat het parkeerterrein uit
sluitend bestemd is voor de gebruikers van de opstallen. Als de verkeers-
aantrekkracht van de opstallen groter wordt rust op Koegenboeg de ver
plichting boven het parkeerterrein een parkeerlaag aan te brengen.
De heer VAN CAULIL: In mijn ogen verkochten wij de grond,
waarbij op ons de verplichting kwam te rusten daar een parkeergelegen
heid te realiseren. Ik meen dat wij de kosten daarvan moeten aftrekken
van de opbrengst van de grond. Wanneer dat niet gebeurt moet ik vragen
wanneer daarvoor een krediet is gevraagd. De wethouder zegt dat het
terrein in de algemene dienst wordt opgenomen. Ik wilde de wethouder
duidelijk laten zeggen dat die kosten betaald zouden moeten worden uit
de opbrengst van de grond.
Ik ben blij met de toezegging dat het terrein openbaar blijft. Er
bestaat dan een mogelijkheid het terrein te exploiteren en er een op
brengst uit te krijgen. Meestal exploiteren wij de gemeentelijke eigen
dommen in het grondbedrijf of het woningbedrijf. Als het terrein zou
worden geëxploiteerd in het grondbedrijf, komt de exploitatie ten laste
van de grondpool, want daaruit betalen wij ook de tekorten van de ex
ploitatie van het woningbedrijf. Als de wethouder zegt dat ik mij geen