1503 14 DECEMBER 1972 De VOORZITTER: Ik moet u zeggen dat de punten 8 en 9 van dit voorstel zijn vervallen. De heer VAN CAULIL; Het is uiteraard niet de bedoeling over vervallen punten te spreken, maar ik vraag mij in dit geval af of het niet juist zou zijn wanneer vooral op het vervallen van punt 9 een korte toelichting wordt gegeven. Bij de agendering is met be trekking tot dit nummer vermeld dat per 1 november j. 1. reeds grond in gebruik is gegeven en daarom geloof ik nogmaals gezegd dat ter voorkoming van misvattingen een kleine toelichting juist zou zijn. Wethouder VAN DUN: Dit stuk grond maakt deel uit van het jaren geleden door de raad goedgekeurde interim-contract met Zeebregts. Er is verkocht en dat behoeft dan ook niet opnieuw in de raad aan de orde te komen, maar de kwestie die nu speelt is het feit dat het college op een bepaald moment de bevoegdheid heeft te leveren en betaling te eisen. Het verkoopbesluit behoeft nu dus niet te worden genomen. Overigens wil ik hieraan ter in formatie van de heer van Caulil nog toevoegen dat kort na het be gin van het nieuwe jaar deze hele kwestie, waar dan het interim contract met Zeebregts zal zijn verlopen, qua financiële conse quenties opnieuw in de raad zal terugkomen, evenals uiteraard in de afdeling. De heer VAN CAULIL: Ik heb er alle begrip voor dat de woning bouw niet mag worden gestagneerd, maar het vanaf 1 november in gebruik geven van de grond houdt in dat de werkzaamheden gewoon doorgaan terwijl wij achteraf akkoord zullen moeten gaan met even tuele afwijkingen van het bestemmingsplan omdat er sprake is van een andere prijs dan de normale grondprijs. Ik wil nu geen bezwaar ma ken, maar ik zou wel op de kortst mogelijke termijn geïnformeerd willen worden omtrent eventuele afwijkingen van het bestemmings plan, waarbij ik mij akkoord wil verklaren met de eventueel te be rekenen nieuwe prijs. De VOORZITTER: Het voorstel is nu verder niet meer in be handeling, maar heeft de heer van Dun er behoefte aan nog iets te zeggen? Wethouder VAN DUN: Ik wil graag een misvatting wegnemen. De heer van Caulil zegt gei'nformeerd te willen worden omtrent een wijziging van het bestemmingsplan, maar in het bestemmings plan-Hoge Vucht zit een afwijkingsbevoegdheid die het college kan gebruiken en die het college ook heeft gebruikt. Die beslissing heeft veertien dagen ter visie gelegen en zoals u in het nu niet meer aan de orde zijnde stuk ziet is er een verklaring van geen bezwaar van gedeputeerde staten gekomen. Deze affaire is dus legaal gespeeld en reeds achter de rug, maar ik kan de toezegging doen dat de hele kwestie van deze grond in het bestemmingsplan "Hoge Vucht" op korte termijn in zowel de afdelingen als de raad zal terugkomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten met inachtneming van het vervallen van de in het raadsstuk opgenomen punten 8 en 9.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1503