17 FEBRUARI 1972 148 De heer SANDBERG: Misschien kunnen wij die motie maan dag vervangen door een betere, dat is mijn enige argument. De heer VON SCHMID: Die motie kan niet beter, het geld moet gewoon op tafel komen! De VOORZITTER: Ik stel vast dat de heer von Schmid de motie in stemming wenst te brengen. Daarbij valt over de uitvoerbaarheid ervan nog wel het een en ander te zeggen. De heer VON SCHMID: Zij móét gewoon uitvoerbaar zijn! De heer FROGER: Ik zou hierbij een kort historisch verhaaltje willen vertellen. Indertijd heeft Léauté in Marokko gezegd dat er cypressen moesten komen. Daarop haalde men een botanicus of iets derge lijks van stal, die hem vroeg of hij wel wist wat hij zei, omdat dat wel duizend jaar duurt. "Dan hebben wij geen minuut te ver liezen!" was daarop het antwoord. Dit is net zo'n zaak. De heer SEVERENS: Ik hoop dat ooit nog eens de hele ge schiedenis van het Westeinde geschreven zal worden, want dan zal duidelijk blijken dat het een lijdensgeschiedenis is, vanaf het begin van de bouw van deze wijk tot nu toe, en dat wij uiteinde lijk nu pas de rekening gepresenteerd krijgen voor het beleid dat de gemeente daar gedurende een reeks van jaren heeft gevoerd, doordat ae mensen nu .zelf met eisen komen die jarenlang niet of nauwelijks zijn gehonoreerd. Ik meen dat het onmogelijk is de mensen nu weer met lege handen naar huis te sturen, nu zij ons met nadruk vragen op hun redelijke eisen in te gaan. Ik ga akkoord met de motie, mits het college nu niet zegt op welke punten het beraad nodig acht. Een aantal punten in de motie leent zich mijns inziens voor een direct antwoord en een duide lijke standpuntbepaling van het college op dit moment, maar ik heb er begrip voor dat de consequenties van enkele onderdelen tijd en be raad vragen en die tijd wil ik het college dan ook graag geven tot maandag. Wanneer het college echter niet in staat en bereid is de raad en in de eerste plaats de bevolking nu toe te zeggen wat defi nitief kan gebeuren, zal ik mij volledig achter de inhoud van de motie stellen. De heer CRUL: Als men de brief van de bewoners van het West einde leest en ziet welke gebreken daarin zijn opgesomd, is het on begrijpelijk dat het college op dit moment geen beslissing kan ne men over de waarborgen die via de motie voor de uitvoering van de verbeteringen worden gevraagd. Deze zaak is, zoals de heer Severens ook al heeft aangegeven, vandaag niet voor het eerst aan de orde. In feite zijn wij er al jaren mee bezig en alles wat in de brief van de bewoners van het Westeinde is opgesomd is allang bekend bij het college en ook bij de raad. Ik zie dan ook geen enkele reden om nu geen beslissing over deze zaak te nemen. Mevrouw J3GER-MIDDELBEEK: Ik acht het bijzonder noodzakelijk dat de motie nu in stemming wordt gebracht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 148