1517 14 DECEMBER 1972 zijn getroffen, want dat is geen argument. Ik ben het dus geheel eens met de woorden van de heer van Caulil. Wij zullen dit voorstel nu moe ten aanvaarden en dan kan alsnog worden bezien of er wellicht iets goedkopen kan worden gebouwd. De heer SANDBERG: Mijn fractiegenoot de heer Van Merkom heeft voor aanhouding van dit voorstel gepleit en dat zou ik namens een groot deel van mijn fractie nog eens extra willen onder schrijven, omdat het niet-aanhouden zou betekenen dat wij tegen het voorstel zouden moeten stemmen, waarvoor wij voor een groot deel precies dezelfde argumentatie hebben als door de heer Von Schmid is aangevoerd. Wij zijn namelijk van oordeel dat, wanneer gedeputeer de staten dit stuk onder ogen krijgen met daarbij de vanavond gemaak te opmerkingen en de aantekening dat een en ander nog eens nader zal moeten worden bekeken en dat het misschien ook nog wel goedkoper kan, aan dit stuk goedkeuring zal worden onthouden. Dan ligt de ge hele procedure stil en de kwestie zou o. i. in dat geval wel eens veel langer kunnen gaan duren dan wanneer wij de volgende maand op grond van een keiharde berekening zouden aantonen dat dit werk inderdaad het gevraagde krediet zal vergen. Als wij op die manier te werk gaan zal de procedure bij hogere instanties naar mijn overtuiging veel vlot ter kunnen worden afgewikkeld dan op basis van de thans voor ons lig gende informatie. Wethouder DE RAAFF: Wikkende en wegende hetgeen vanuit de raad naar voren is gebracht blijf ik toch van mening, dat er meer reden is het krediet goed te keuren dan het aan te houden. De heer Quadekker heeft mij enigszins geholpen door erop te wijzen dat in het stuk over een niet langer verantwoorde situatie wordt gesproken, wat door mij volledig wordt onderschreven. Als dit krediet door de raad wort goedgekeurd kan deze kwestie onmiddellijk aan gedeputeer de staten worden voorgelegd en de argumenten, die bij de behandeling van dit voorstel in de raad een rol hebben gespeeld, worden niet aan de kredietaanvrage toegevoegd» Het gaat hierbij om een bepaalde voor ziening en de daarop betrekking hebbende aanvraag wordt op een be paald standaardformulier aan g. s. toegezonden. Ook ik wil geen lan ger uitstel dan strikt nodig is. Als de raad het krediet goedkeurt kunnen de stukken bij wijze van spreken morgen naar g.s. en dan hebben wij de kans, dat in januari of februari a, s. van g. s. goedkeuring wordt ver kregen» Voor de afdeling openbare werken is er nog ruim voldoende gelegenheid een en ander grondig te bekijken en er zal ook geen spade in de grond worden gestoken voordat de afdeling openbare werken met een concreet plan akkoord zal zijn gegaan. De raad heeft dus alle waar borgen dat geen cent meer zal worden uitgegeven dan voor deze voor ziening nodig is, een voorziening die op zich zonder meer noodzake lijk moet worden genoemd» Ik zou de realisering van deze voorziening niet willen zien uitgesteld en gezien de door mij gedane toezeggingen vraag ik mij af welke redenen er nog voor aanhouding van dit voorstel zouden kunnen zijn. De VOORZITTER: Er is hier een kapitaalverstrekking van f 130. 000, - aan de orde, die uiteraard goedkeuring van gedeputeerde staten behoeft» De wethouder heeft reeds gezegd dat hem er nogal wat aan gelegen is de realisering van deze voorziening niet uit te stellen, maar ik geloof dat het, ook in verband met calculaties die nog moeten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1517