14 DECEMBER 1972 1530 nog maar even moet wachten. Ik wil nog eens herhalen wat ik al bij de algemene beschouwingen heb gezegd, namelijk dat in deze druk op "Den Bosch" bepaald noodzakelijk is. Bij vraag 172 van het vraag- en antwoordboek heb ik van u ten antwoord gekregen: "De kleedaccom modaties van de voetbalverenigingen zijn onvoldoende, het laat hier en daar wat de bestaande voorzieningen betreft nogal wat te wensen over". Daarbij gaat her m.i. om voorzieningen die zeker geen 104. 000, -- behoeven te kosten. Nog even terugkomend op de financiën zou ik ervoor willen plei ten dat een en ander, wanneer u een folder van de informatiedienst uit geeft, toch ook voor de burger van Breda wat meer doorzichtig wordt gemaakt. Financieringsproblemen, kapitaalsinvesteringen, rendabel en niet rendabel, het zijn alle begrippen waarvan men doorgaans niet veel snapt. Onder bepaalde omstandigheden mag men tot 25.000, -- gaan, er zijn gewone subsidies en er zijn buitengewone subsidies, ik zou kortom willen dat wij daarin eens een duik nemen. Voor het overige wordt het door mij betreurd dat wij de nota sub sidiëring betaald voetbal toch niet gevolgd hebben, ik heb al eens eer der gezegd dat ik het juist heb gevonden zoals dat rapport ter tafel is gekomen. Als je met subsidiëring begint dien je m, i. ook voorwaarden te stellen, voorwaarden die nu helaas niet officieel op papier staan. Ik vind het op zichzelf wat vreemd dat daarover achteraf nog zal moe ten worden gepraat, subsidiëring op grond van bijvoorbeeld het bezoe kersaantal met een minimum en een maximum zou naar mijn mening goed kunnen zijn. Ik meen te mogen aannemen dat de regio zich positief zal opstel len, maar het benodigde bedrag zie ik eerlijk gezegd nog niet op tafel komen tenzij Etten en Oosterhout behoorlijk uit hun slof schieten. Ik geloof overigens dat ook de provincie in deze een taak heeft, Breda is in bepaalde opzichten een centrum, vanuit de omliggende gemeen ten maakt men gebruik van onze voorzieningen en het lijkt mij dan ook alleszins redelijk dat aan de andere gemeenten een bijdrage wordt gevraagd. Een ander punt is - ook dit heb ik al meermalen aan de orde ge steld - dat wij ons, als wij N. A.C. subsidiëren, goed moeten realiseren dat er ook andere beroepssporten zijn, zoals bijvoorbeeld het wielrennen. Wij zullen niet eenzijdig, maar eerlijk en verantwoord moeten subsidi ëren. Tenslotte moet ik zeggen dat ik in het stuk het advies van de Sportstichting mis, een advies dat mij inmiddels wel ter ore is geko men, maar dat ik gewoon zwart op wit wil hebben. De uitslag in de afdeling was 5-2 en ik vraag mij af of er straks op die uitslag een rectificatie komt. Ik heb het gevoel dat die uitslag hier niet helemaal uit de verf zal komen, maar dat is dan één van de verrassingen die wij in de raad wel meemaken. Wij menen in ieder geval concluderend te moeten vaststellen, dat subsidiëren vandaag aan de dag redelijk is te achten, maar tegen de wijze waarop dat in dit geval gebeurt hebben wij overwegende bezwaren. Ik zou eigenlijk willen zeggen, dat het minderwaardig is de vereniging N.A.C. op een dergelijke wijze aan geld te helpen. Continuering zit er niet in, tegen aantasting van de posten voor de amateurs en de Sportstichting alsmede van de stelpost hebben wij bezwaren en wij hopen dat hiervoor bij an dere diensten nog wat te halen zal zijn. De kardinale vraag is het voor ons of de wethouder het verantwoord vindt op deze wijze een bedrag van 100. 000, -- bij de dienst jeugd en sport weg te halen en hoe een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1530