14 DECEMBER 1972 1536 zou ik willen antwoorden dat het m. i. weinig zinvol is in een raadsdis- cussie met de wethouder van cultuur het verschil tussen investering, fi nanciering en begroting te bespreken, waaraan ik dan nog kan toevoegen dat er geen enkele relatie is tussen het lange wachten van "Sprint" en het aan N. A.C, toekennen van een subsidie. Als wij aan N. A.C. een 100, 000, -- ter beschikking stellen betekent dat niet dat "Sprint" om die reden geen gebouw zou kunnen krijgen. De raad heeft voor "Sprint" een krediet gevoteerd en het wachten is nu op goedkeuring van de kant van g. s„ Het advies van de Sportstichting waarnaar is gevraagd wil ik bij deze graag voorlezen: "Reeds bij schrijven d, d. 24 april 1972 heeft het bestuur van de gemeentelijke sportstichting Breda zich uitgesproken voor subsidiëring van de v.v. N„ A„C, Met het door uw college aan de raad dezer gemeente voorgelegde raadsvoorstel zijn wij dan ook bijzonder ingenomen. Alhoewel een verlaging van onze begroting met 10. 000, - geen sinecure is en ons bestuur zich over de consequenties dienaangaan de nog nader zal moeten beraden, gaan wij akkoord met uw voorstel onze begroting-1973 met f 10. 000, -- te verminderen. Een voorstel tot begrotingswijziging zal u te zijner tijd bereiken". Ik ben overigens blij dat de heer Kramer zijn betoog besluit met de conclusie dat het verlenen van subsidie naar zijn oordeel redelijk is, wat volledig overeenkomt met hetgeen ook het college stelt. De vragen en opmerkingen van de heer Van Os meen ik met het voorgaande reeds te hebben beantwoord. De heer America heeft gevraagd of het mogelijk is in de besluit vorming op pagina 10 onder a de woorden "van 50% van het geraamde exploitatietekort" te laten vervallen. Het lijkt mij goed heel duidelijk te stellen, dat de hantering van de norm "50% van het exploitatietekort" voor de toekomst totaal niets betekent. Wij zullen een eventuele ver lenging van de subsidie moeten bezien in relatie tot de bijdrage van regio en bedrijfsleven en in relatie tot eventuele andere begrotingsuit gaven waarvoor wij komen te staan in de volgende jaren. Bovendien is het een feit dat wij, ook als wij de norm van 50% zouden laten ver vallen, toch zouden vastzitten aan het bedrag van 104.000, --. Dat zal ook het geval zijn wanneer het exploitatietekort van N, A. C. op bijvoorbeeld 180. 000, -- zou uitkomen, N, A.C. doet het op het ogenblik aardig, door het winnen van Ajax wordt meer publiek aange trokken en dat zou tot gevolg kunnen hebben - die verwachting is niet zo ongerechtvaardigd - dat het exploitatietekort uiteindelijk minder groot zal zijn dan het zich nu laat aanzien. Als wij deze voor éénmaal opgenomen norm van 50%, die nogmaals gezegd niets voor de toekomst betekent, zouden laten vervallen dan zou dat wel eens tot effect kunnen hebben dar. wij meer zullen moeten gaan bijdragen dan vanuit de huidi ge opstelling in feite noodzakelijk is. Tenslotte heeft de heer America gevraagd naar het verschil tus sen mijn opvattingen en die van burgemeester en wethouders, waarop ik slechts kan antwoorden dat ik de mening van het college van burge meester en wethouders vertolk, waarvan ik eveneens deel uitmaak. Als één van de leden van het college van burgemeester en wethouders een afwijkende mening heeft is het gebruikelijk dat die afwijkende mening aan de raad wordt kenbaar gemaakt, maar dat heb ik in dit geval niet gedaan. Hetgeen ik naar voren heb gebracht is de opvatting van het college van burgemeester en wethouders, inclusief de wethou der van jeugd en sport. De heer VAN OS: Bij het antwoord van de wethouder kom ik er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1536