1553
14 DECEMBER 1972
min bij de stukken gevoegd en een inzicht in de te verwachten kapi
taalsuitgaven en ontvangsten kan ook niet worden verkregen. Er wordt
wel verwezen naar een afzonderlijke begrotingswijziging kapitaalswer-
ken 1973, maar ook dat stuk was niet aanwezig.
Wat is er nu eigenlijk in het Industrie- en Havenschap omgegaan?
Het is ons niet bekend,' In april j. 1, is een afvaardiging van de raad bij
het Industrieschap ontvangen, waarbij eveneens een afvaardiging van
de provincie aanwezig was en bij die gelegenheid is er met de gang van
zaken nogal wat ontevredenheid betoond, juist met betrekking tot de
financiële verantwoordelijkheid die door de participanten wordt gedra
gen, Dat is destijds zeer duidelijk geëtaleerd en mede daarom moet
ik u namens mijn fractie zeggen, dat wij zeer teleurgesteld zijn over
de presentatie zoals zij nu heeft plaatsgevonden.
Een enkele inlichting is toch nog verstrekt, zo hebt u ondermeer
medegedeeld dat de precariorechten en haven- en kadegelden volgens
de prognose voor 1973 circa f 465. 000, - zullen bedragen, maar uit
stukken die ik in april j. 1, heb gekregen heb ik destijds opgemaakt
dat in 1973 voor de leidingstraten 86,200,-- zou worden ontvangen,
althans naar raming en voor de haven- en kadegelden 50, 000, --.
Als ik deze bedragen optel kom ik bij lange na niet aan het genoemde
bedrag van 465, 000, --,
Dit zijn slechts enkele opmerkingen, ik twijfel er echter niet
aan dat wij, wanneer wij beter zouden zijn geïnformeerd, nog een
hele reeks van opmerkingen zouden hebben kunnen maken. Mijn frac
tie vond de gang van zaken in april 1972 al onbevredigend, vandaag
kunnen wij een en ander eigenlijk met anders kwalificeren.
De heer SANDBERG: Evenals de heer Van Banning ben ik uit de
thans voor ons liggende stukken nauwelijks iets wijzer geworden. In
eerste instantie wijt ik dat aan mijn eigen gebrek aan inzicht, maar
later is toch wel duidelijk gebleken, ook in de raadsafdeling voor fi
nanciën, dat er nauwelijks iemand is die zich hierover een afgerond
oordeel kan vormen. V an de diepe duisternis die tot nu toe over de
Moerdijk-affaire heeft gehangen kunnen wij alleen maar zeggen, dat
zij heeft plaatsgemaakt voor een grijze schemering en dat zo langza
merhand de contouren van fikse verliezen naar voren beginnen te ko
men, Over het aantal miljoenen dat de gemeente Breda straks zal moe
ten bijdragen is op dit moment eigenlijk nog niets zinnigs te zeggen.
In de raadsafdeling waren wij met dit stuk ook vrij vlug klaar.
Onze beide vertegenwoordigers, de heer Van Loon en wethouder Broe
ders, konden ons evenmin een afgerond beeld schetsen en daarom heb
ben wij met de wethouder de afspraak gemaakt, dat wij voor eind maart
1973 in de betreffende raadsafdeling zullen worden geïnformeerd. Daar
bij hebben wij tevens de afspraak gemaakt - ik neem aan, dat zij al
bij voorbaat gehonoreerd dient te worden - dat naar aanleiding van
dat gesprek ook de raad uitvoerig geïnformeerd zal worden, wellicht
via een informatieve raadsvergadering. Dat kunnen wij echter op dit
moment ook nog niet met zekerheid bepalen, dit zal uit de vergade
ring van de raadsafdeling moeten blijken. Daarom wil ik er op dit
moment verder maar het stilzwijgen toe doen, voor eind maart 1973
hopen wij hierop zeer uitvoerig terug te komen.
De heer VAN OS: Ik moet eveneens beginnen met het uitspreken
van mijn teleurstelling over het feit, dat het betreffende raadsstuk vrij
dag j. 1. niet bij de leden van de afdeling financiën aanwezig was, dat
de stukken vrijdag niet ter visie lagen en dat de in uw voorstel voorko-