1557
14 DECEMBER 1972
houder heeft gesteld dat er sprake is van een groot aantal onbekende
factoren, maar gezien de verantwoordelijkheid van deze raad ben ik
toch van oordeel dat wij zo uitgebreid mogelijk moeten worden geïn
formeerd. Als ik de wethouder goed heb begrepen zal hij ervoor zorgen
dat er straks veel meer gegevens zullen worden verstrekt en ik neem
aan, dat er dan ook ten aanzien van de toekomstverwachtingen en ten
aanzien van de resultaten over het afgelopen jaar veel duidelijker taal
zal kunnen worden gesproken.
De heer VAN OS: Als de. wethouder zegt dat de risico's wat moei
lijk zijn te bekijken, dan kan ik dat helemaal met hem eens zijn, maar
of er helemaal niets over is te zeggen waag ik toch te betwijfelen. Als
de risico's dusdanig onbekend zijn dat er op dit moment werkelijk niets
over is te zeggen dan moeten wij er naar mijn overtuiging onmiddellijk
mee stoppen, want anders komt het erop neer dat wij zelf een soort bo
demloze put maken. Ergens moet er toch naar mijn mening wel een
zekere kwantificering worden aangegeven.
Wat de kwestie van de groengordel betreft heb ik van de wethou
der niet begrepen of het binnen het industrieschap vallende deel van
de groengordel voor 1973 geen lasten met zich brengt en in de tweede
plaats is het mij niet duidelijk wie de groengordel buiten het industrie-
schap zal betalen. Wanneer men in het algemeen bestuur van mening
is dat men dit niet door het industrieschap kan laten betalen dan moet
ik op voorhand zeggen, dat ik het daarmee niet erg eens kan zijn om
dat de groengordel nu eenmaal nodig is vanwege de vestiging van het
industrieschap. Met het oog hierop vraag ik mij af of anderen verplicht
kunnen worden aan de realisering van deze groengordel bij te dragen.
Van de wethouder heb ik begrepen dat ook hierover nog geen uitsluit
sel te geven valt, zodat niet bekend is hoe de situatie zich in dit op
zicht zal ontwikkelen.
Omdat de tijd voor een nadere bestudering van de stukken heeft
ontbroken wil ik hierop in januari nog graag terugkomen.
De heer SEVERENS: De heer Van Banning heeft in eerste instantie
gesproken over aanwijzing van plaatsvervangers. Zal ons te zijner tijd
van het college een voorstel bereiken om die plaatsvervanging te rege
len?
Wethouder BROEDERS: Het is duidelijk dat de informatie moet
worden verbeterd en ik betreur het dat verschillende stukken niet ter
inzage hebben gelegen, wat wij naar mijn mening alsnog zullen moeten
herstellen.
De heer Van Os is teruggekomen op het kwantificeren van de risi
co's en in verband daarmee zou ik willen mededelen, dat op dit ogen
blik enkele onderzoeken gaande zijn, zoals met name een onderzoek
met betrekking tot de prijsontwikkeling in het industrieschap zelf.
Daarmee is het E. T. I. bezig en dit onderzoek zal naar wij mogen ho
pen nog deze maand worden afgerond. Daarnaast is advies gevraagd aan
het bureau Opdenoord uit Utrecht, welk bureau met name modellen zal
ontwikkelen om de besturing van de prijsontwikkeling te kunnen volgen
en voorts is over de prijsvaststelling ook nog overleg gaande met het
verificatiebureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Wij
hopen over enkele maanden inderdaad wat meer inzicht te hebben,
maar ook dan zal de kwantificering van de risico's nog onderhevig zijn
aan factoren die wij niet helemaal kunnen bepalen.