1559 14 DECEMBER 1972 De VOORZITTER: Ik heb begrepen dat het preadvies inzake de beheersverordening geen problemen met zich brengt. De heer VAN OS: Problemen is het woord niet, maar ik wil er toch wel een korte opmerking over maken. Het is duidelijk dat deze beheersverordening noodzakelijk is, je kunt je alleen maar verbazen over het feit dat het industrieschap nu al jaren bestaat en dat een dergelijke verordening nog steeds niet aanwezig is. Dat wekt bij mij de indruk, dat er in de eerste jaren rommelig is bestuurd en daarom kan ik mij er alleen maar over verheugen dat nu een zekere be- renzing van de bevoegdheden aanwezig is naast een bepaalde ver- eling van de taken, waardoor het beleid wat duidelijker komt te liggen. Wethouder BROEDERS: Ik zou ten aanzien hiervan nog het vol gende willen opmerken. De vertegenwoordigers van Breda zitten nog niet zo lang in het schap en ik meen te mogen constateren dat het geen voorheen door drie kleine gemeenten op dit terrein is gepres teerd, voor zover ik het althans kan beoordelen, toch wel bewonde ring verdient. Dat wil niet zeggen dat er geen fouten zijn gemaakt, maar ik stel er toch prijs op dit hier naar voren te brengen omdat anders de indruk zou kunnen worden gewekt dat men het in het verleden slecht gedaan zou hebben. De drie kleine gemeenten hebben zich belang rijke inspanningen getroost en het is m.i. correct dat in deze raad te memoreren. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het preadvies van burgemeester en wethouders besloten. De VOORZITTER; Ik meen u er een genoegen mee te doen wan neer wij vanavond de raadsagenda afhandelen. Het lijkt mij eigen lijk nauwelijks verantwoord nog een avond voor de behandeling van enkele punten terug te komen. De heer VAN DUIJL: Wellicht zouden wij de punten 45, 46, 47 en 48 tezamen aan de orde kunnen stellen. De heer AMERICA: Dat moet u mij wel excuseren. Ik zou graag uitvoerig op de volgende agendapunten ingaan, maar dat kan ik op dit uur niet meer en daarom haak ik in ieder geval af. De VOORZITTER: Ik begrijp uit de reacties van de raad dat men er de voorkeur aan geeft nu op te houden. Is aanhouding van de nog resterende voorstellen tot de volgende maand mogelijk? Wethouder MANS; Elke maand uitstel betekent ook uitstel van de realisering van het bad. De heer VAN DUIJL; Is behandeling op 4 januari a. s. niet mogelijk? De VOORZITTER: Dat levert m. i. te grote problemen op. De heer SANDBERG: Wij hadden er allemaal op gerekend dat wij hier maandagavond aanwezig zouden moeten zijn en voor ons is dat geen enkel probleem.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1559