1563 18 DECEMBER 1972 verwarrende situatie is„ Misschien kan daarmee in de toekomst rekening worden gehouden. Na maart 1970 is er in dat jaar eigenlijk niet veel meer gebeurd, maar wel komt de raad tot de ontdekking dat de bouw van het zwembad door de gewijzigde financiële verhouding tot een vrome wens wordt ge maakt. De heer Smit, lid van onze toenmalige fractie, heeft op een gegeven moment gevraagd of het toch niet mogelijk zou zijn voor de bouw van een zwembad een burgerschapslening af te sluiten, maar een daarnaar ingesteld onderzoek maakte duidelijk dat ook dat niet tot de mogelijkheden behoorde. Op 18 oktober 1971 krijgt de raad een min of meer bittere pil te slikken, want dan blijkt dat het voorbereidingskrediet nogmaals moet worden verhoogd, een verhoging die moeilijk te verteren is omdat eruit blijkt dat het project zwembad Breda-Noord in feite wordt afgesloten en dat de verhoging van het krediet noodzakelijk is om tot afwikkeling van de voorbereidingen te komen die tot op dat moment hadden plaatsgevonden. Ook het hierop betrekking hebbende voorstel wordt na een vrij pittige discussie in de raad met algemene stemmen aangenomen. Nu zijn wij weer een jaar en twee maanden verder en dankzij de activiteiten van uw college in samenwerking met de n. v. Sportfondsen- bad en bewoners van Breda-Noord hebben wij thans de zekerheid dat het zwembad Breda-Noord inderdaad tot stand zal komen. Van een 50-meter- bad zijn wij afgestapt, de plaats waar het bad moet komen is een andere geworden en tenslotte is de keus gevallen op een combibad met moge lijkheid tot gebruik gedurende het gehele jaar. Onze fractie kan instem men met uw voorstel, zij het dat wij toch nog een aantal opmerkingen willen plaatsen die naar ons oordeel van belang zijn. In de eerste plaats is dat een opmerking over de kostenbegroting. In de bijlage 435 verwijst u op bladzijde 2 naar het aanvullende rapport met de investerings- en exploitatiebegroting. Deze begroting is echter van het begin van dit jaar en ik kan mij nauwelijks voorstellen dat het daarin opgevoerde bedrag van 7. 000.291, -- haalbaar zal blijken te zijn. Om deze reden zou ik het dan ook juister hebben gevonden wan neer een nieuwe opzet zou zijn gemaakt. Ik kan u wel zeggen dat onze fractie zich erover verheugt, dat alle belemmeringen inzake de bouw van een zwembad in Breda-Noord thans zijn weggenomen, maar wij wensen toch in ieder geval van de wethouder te vernemen of het bad naar zijn mening gebouwd zal kunnen worden voor het hiervoor reeds door mij genoemde bedrag. Daarnaast achten wij een zo groot moge lijke kostenbewaking noodzakelijk om een sterke afwijking van de in vesteringskosten te voorkomen. U zult mij tegenwerpen, dat de gemeen te geen financieringsmiddelen beschikbaar stelt voor de bouw van dit bad sec, maar wij zullen wel het exploitatietekort moeten dekken en in verband daarmee is het uiteraard van belang, dat de investerings kosten niet te hoog oplopen. Op dit moment wil ik het hierbij laten omdat mijn fractiegenoot de heer America ook nog enkele opmerkingen zou willen maken. Mevrouw jaGER-MIDDELBEEK: Eerverleden week krijgen wij de voorstellen voor de bouw van een combibad Breda-Noord. Maandagoch tend daaraanvolgend moest daarover in de afdeling jeugd en sport worden vergaderd. In geen van de voorstellen betreffende dit zo belangrijke on derwerp wordt ook maar één cijfer genoemd. Wel wordt op bladzijde 2 van bijlage 435 gezegd: "Hierbij gaat een aanvullend rapport inzake zwemaccommodatie Breda-Noord". Dit rapport waarin wel cijfers wor den genoemd ontbreekt, pas woensdagmiddag wordt het aan de leden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1563