153
17 FEBRUARI 1972
antwoordelijkheid van college en raad dat de raad het college in
de gelegenheid stelt die strikt juridische aspecten te bestuderen en
op papier te zetten. Dat illustreert mijns inziens duidelijk dat de
haalbaarheid en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering daarvan
niet alleen bij het college ligt, maar ook bij de raad.
De heer SEVERENS: Ik wacht gaarne het antwoord van het col
lege af op de vragen die zijn gesteld.
De VOORZITTER: Dat antwoord kan heel kort zijn. Ik meen
dat de raad zich zou kunnen uitspreken over het aan de orde stel
len van deze zaak in de vergadering van a. s. maandag, zoals dat
ook in de motie is neergelegd, met alle consequenties die dit moge
lijkerwijs kan hebben. Ik vind dat het college die korte tijd moet
hebben; het is nu donderdag, dus het is al vrij snel maandag. Dat
is het enige wat ik erover kan zeggen en daarom geloof ik dat het
het beste is nu maar tot stemming over te gaan.
De heer VON SCHMID: Krijg ik nog antwoord op mijn vraag
aan wethouder Broeders over de uitleg van dat artikel? Dat vind ik
toch wel belangrijk voor de stemming.
Mejuffrouw PAULUSSEN: In combinatie met de opmerking van de
heer Crul.
Wethouder BROEDERS: Men moet mij niet vragen alles wat in de
motie staat nader te interpreteren, dat kan ik namelijk niet, maar ik
wil wel het volgende ervan zeggen. Als de raad de motie aanneemt,
kan het college die natuurlijk naast zich neerleggen, maar ik ge
loof dat wij aan wel echt een spel opvoeren en dat wij geen zaken
doen met elkaar. Dat is dan een schijnvertoning, waarmee niemand
is geholpen. In de motie staat duidelijk dat wij voor 10 maart krediet
moeten opnemen. Ik vertaal dat zo dat -- als ik het mis heb moeten
de indieners van de motie het zeggen -- dit betekent dat er voor 10
maart geld op tafel komt en dat daar iets mee gebeurt, namelijk dat
de werkzaamheden worden uitgevoerd. Dat is mijn interpretatie van
krediet opnemen.
Ik wijs echter op een aantal omstandigheden. Als wij hiervoor
ruimte hebben in de onderhoudsbegroting -- daarmee kom ik aan de
opmerking van de heer Crul --, aan is dat geen bezwaar, want die
begroting is goedgekeurd en dan is er dus voor dat deel geld, maar
of dat er werkelijk is kan ik op dit moment niet beoordelen.
Er zit echter nog meer in de motie, want die gaat voor een
deel ook over de vervanging van ramen het ligt buiten mijn porte
feuille -- waarvoor zelfs nog geen krediet is gevoteerd door de raad
en ik heb duidelijk gemaakt aat deze begrotingswijziging de goed
keuring behoeft van gedeputeerde staten en dat de raad alleen in
dringende gevallen --ik beveel u aan de jurisprudentie daarover
eens na te lezen, die is vrij stringent -- daartoe kan overgaan.
Ik heb de indruk dat dit niet als een dergelijk dringend geval zal
worden aangemerkt en dan kan het betreffende artikel dus in werking
treden. Het lijkt mij correct dat het college de raad op die conse
quentie wijst. Daarom vragen wij om zuiver financieel-technische
redenen de raad ons de tijd te geven hierover nader te overleggen,
want niemand heeft er iets aan als de raad nu een motie aanneemt