1568 18 DECEMBER 1972 Voorts sprak de heer Van Loon in de bewuste vergadering de hoop uit, dat de ommezwaai van een 25- naar een 50-meterbad geen vertraging van de bouw ten gevolge zou hebben. Wij weten nu wel beter.' Alleen de heer Van der Zwan had destijds kritische opmerkingen, hij vond de voorstellen van het college nogal optimistisch wat een 50-meterbad betreft en hij wilde liever kiezen voor een 25-meterbad op dat moment en voor een 50-meterbad in de toekomst, maar de raad ging met de bouw van een 50-meterbad akkoord» Wij kregen nu echter ook twee maal zoveel snufjes. Met het programma van eisen kon het in die tijd niet op, wat overigens niet alleen voor het zwembad gold. Wij kunnen constateren dat de gemeente Breda destijds meer kwaliteitsbelust dan kwaliteitsbewust was. Het is voor Breda misschien maar gelukkig dat gedeputeerde staten toen begrepen hebben dat het teveel werd, want anders hadden wij nu wellicht nog met dat programma gezeten. Als wij nu de eerste studie van halverwege dit jaar van de n. v. Sportfondsenbaden bekijken dan komt heel duidelijk naar voren hoezeer de plank destijds is misgeslagen, een late constatering door een buiten staander. Het exploitatietekort van het 50-meterbad waaraan aanvan kelijk is gedacht werd door de n„ v. Sportfondsenbaden op ruim 700. 000, - geraamd in plaats van op de door ons geraamde 300. 000, --. Zijn de gemeentelijke diensten niet in staat gebleken uw college en de raad juist te begeleiden? Wat moeten wij eigenlijk denken van alle door de diensten verstrekte adviezen en van een opmerking van de directeur van de dienst jeugd en sport, die op 6 februari 1970 tijdens een afdelingsvergadering op de vraag van de heer Brooimans of bij een 50-meterbad rekening was gehouden met mensen die willen zonnen antwoordde: een mogelijke combinatie van een binnen- en buitenbad voldoet in de practijk niet. Nu wordt door de dienst jeugd en sport een combibad geadviseerd, wat dan practisch het laatste bad is wat men kan adviseren, want andere baden met een andere lengte zijn niet meer voorhanden, behoudens dan in de sector van de huis-, tuin- en keukenbaden. Na vele jaren begint uw college althans te beseffen dat het plan met het geringste exploitatietekort voor de gemeente het interessantste plan zou kunnen zijn. Nu pas komt u er met uw diensten achter, dat je een zwembad eigenlijk in de zomer moet kunnen laten doordraaien. Dit "snufje" is al die jaren over het hoofd gezien. Wanneer wij ooit nog eens een zwembad in Breda-Noord willen realiseren dan zullen wij nu als de donder met de n. v. Sportfondsenbaden in zee moeten gaan en met het van die zijde voorgestelde combibad als de voor de gemeente meest interessante mogelijkheid. Verder zouden wij dan eigenlijk niet meer moeten praten, maar toch ben ik zo vrij dat te doen. In de raadsvergadering van 20 maart j. 1. heb ik in tweede instan tie aan de wethouder gevraagd of het 50-meterbad, waarvoor toen plan nen ter tafel lagen, door middel van een verplaatsbare wand ook als combibad gebruikt zou kunnen worden in het geval het geheel dan be ter exploitabel zou blijken. Deze mogelijkheid is niet onderzocht, althans niet door het college» Ik heb dat aan de hand van de cijfers in het rapport wel gedaan - uit dat rapport kan gewoon een vergelijking worden gedestilleerd - waarbij ik tot de conclusie ben gekomen, dat de exploitatie, wanneer in het toen geplande 50-meterbad met een verplaatsbare wand zou worden gewerkt, nog eens 50"Jo goedkoper zou kunnen zijn dan nu voor dit bad wordt voorgesteld. Ik zal u dit nu niet voorrekenen, als u dat wenst ben ik daartoe later alsnog graag bereid. Wel wil ik graag van u weten waarom u deze mogelijkheid niet hebt laten onderzoeken. Gezien de financiële nood van Breda zou dat m. i.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1568