1575 18 DECEMBER 1972 geweest in mijn beantwoording van de vragen van de heer Van Os. Meerdere vragen zijn gesteld over het 33 l/3-meterbad. U weet dat met name de keuze van dit combibad bepaald is door het aspect "recreatief zwemmen". Dat staat voorop, niet de wedstrijdsport is primair en dit betekent dat moet worden gekozen voor een zo groot mo gelijk wateroppervlak. Natuurlijk moeten wij daarbij zo enigszins mo gelijk ook de belangen van de wedstrijdsport incalculeren, met name door het kiezen van zodanige afmetingen dat men ook voor wedstrijdsport van het bad gebruik kan maken. In de afdeling hebben wij al gesteld, dat Rob van Kerkhoven, één van de zwemcoryfeeën van Nederland, de mening is toegedaan dat de ten aanzien van een 33 1/3-meterbad te stellen eisen voldoende zijn om de wedstrijdsport gelegenheid tot ontplooiing te geven, zowel wat wedstrijden als wat training betreft. Ten aanzien van nationale of internationale ontmoetingen biedt een 33 l/3-meterbad geen mogelijk heden. Omdat echter ook het element van wedstrijdsport een belangrijk gegeven is, zij het naar het oordeel van het college ondergeschikt aan het recreatieve zwemmen, is in de afdeling de afspraak gemaakt dat de n. v. Sportfondsen- baden binnen het gegeven financiële kader zal moeten aangeven of een verlenging tot 50 meter tot de mogelijkheden behoort dan wel of in het 33 l/3-meterbad ten behoeve van de wedstrijdsport een keermuur kan worden aangebracht. Na de afdelingsvergadering heb ik uit een tele fonische mededeling van de n. v. Sportfondsenbaden begrepen, dat het binnen de ter tafel liggende kostenopgave haalbaar moet zijn een keer muur in een 33 l/3-meterbad aan te brengen, maar dit is nogmaals ge zegd alleen een telefonische mededeling geweest. De heer Kramer heeft gevraagd wat er nu verder met het terrein aan de Hooilijn zal gaan gebeuren. Het is naar ik meen ook de heer Kramer bekend dat het terrein aan de Hooilaan vooralsnog beschikbaar is voor de bouw van een zwembad omdat de goedkeuring door g. s. van de wijziging nog niet binnen is. Als de goedkeuring van g, s. voor de Petegemstraat afkomt dan is het terrein aan de Hooilaan bestemd voor bijzondere bebouwing. De tarieven waarop men zich gebaseerd heeft - u hebt dit zowel in het eerste als in het aanvullend rapport kunnen lezen - zijn de tarie ven van de Sportfondsenbaden op dit moment. Wat de vraag over een eventuele advisering door de K. N. Z. B. betreft moet ik zeggen dat de K. N. Z. B. voor zover mij bekend is al leen een 50-meterbad wil, waarbij zij primair uitgaat van de wedstrijd sport en de mogelijkheid nationale en internationale wedstrijden te or ganiseren. Op de vraag of de gemeente het gehele bad in de toekomst zou kunnen overnemen zou ik willen antwoorden, dat wij bij deze onder handelingen wel reëel moeten zijn. De n. v. Sportfondsenbaden kan natuurlijk niet gedwongen worden in de overeenkomst een bepaling op te nemen die inhoudt dat de gemeente, wanneer het met het zwem bad goed blijkt te gaan, de n. v. eruit zal kunnen wippen. Een derge lijke bepaling zou niet correct zijn bij het door twee partners aangaan van een overeenkomst en zij is dan ook niet opgenomen, maar in arti kel 1 is vastgelegd dat de gemeente, wanneer de n. v. Sportfondsenbad tot afstoting wenst over te gaan, ten aanzien van de overname van de aande len voorkeursrecht geniet en als zich een dergelijke situatie voordoet kan de gemeente het gehele bad inderdaad overnemen, De heer Mensen heeft gesproken over de jammerlijkheid van deze constructie. In het begin van mijn antwoord heb ik reeds gezegd, dat dit "een" mogelijkheid is om een zwembad te realiseren. Er zijn uiter-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1575