1582
18 DECEMBER 1972
Tenslotte zou ik nog willen zeggen dat het zeker niet
in onze bedoeling ligt in de raad van beheer vijf raadsleden
te benoemen.
De heer KRAMER: In de eerste plaats wil ik terugkomen
op mijn vraag met betrekking tot de tarieven. De wethouder
heeft medegedeeld dat de tarieven zullen worden vastgesteld op
basis van die van de Sportfondsenbaden, maar in eerste instantie
heb ik gepleit voor één redelijk tarief in relatie met het bad
Wolfslaar en straks ook, na de restauratie, met het Ei. Ik vraag mij
dus af of in deze een eigen beleid mogelijk is. Overigens ben ik
gedeeltelijk gerust gesteld door het feit, dat volgens artikel 5,
lid 2f, de raad over de tarieven heeft te beslissen. Helemaal ge
rust ben ik nog niet omdat er natuurlijk sprake is van twee part
ners.
De wethouder heeft over het op 25 meter bouwen van een
keermuur gesproken, maar zal het bij die keermuur blijven of zal
er ook een perron komen waarover wij in de afdeling hebben ge
sproken? Voor het bedrag van 7 miljoen kan dat er naar mijn
mening wel af.
In eerste instantie heb ik voorts een vraag gesteld over de
rechten van de gemeente, in verband waarmee de wethouder naar
artikel 1 heeft verwezen. Akkoord, maar wij moeten ons toch wel
realiseren dat artikel 1 spreekt over initiatieven die door de aan
deelhoudster worden genomen. Wij zouden hierbij weer de bekende
vraag kunnen stellen: zijn wij dan de gevangenen van de n.v. Sport
fondsenbaden?
Gewoon voor de goede orde wil ik u vragen of er nu nog
een voorstel zal komen, waarin wij zowel het bedrag als bestek
en tekeningen zullen vinden.
Mevrouw jager heeft de door mij gebruikte uitdrukking
aangehaald dat wij met de rug tegen de muur staan, waarbij zij
heeft opgemerkt dat wij op die manier alles wel kunnen goed
praten, maar daarvan is bij ons geen sprake. Je wilt een bad
of je wilt geen bad. Naar mijn mening stelt de heer von Schmid
het juist wanneer hij zegt dat het in deze om de urgentie gaat.
Overigens hebben ook wij de vorige maal gesteld, dat er
naast N. A.C. nog wel andere dingen in Breda zijn waaraan aan
dacht dient te worden besteed en dat wij daarom blij zijn met het
op deze agenda voorkomen van het voorstel inzake het zwembad.
De heer America heeft bezwaren tegen het in de raad van
beheer opnemen van een aantal topambtenaren. Het daarop be
trekking hebbende voorstel zal nu, naar ik heb begrepen, worden
teruggenomen maar ik zou toch wel meteen willen opmerken dat
wij de bezwaren van de heer America niet delen. Naar onze me
ning kunnen wij er ons zelfs over verheugen dat topambtenaren
deze zaak zullen gaan begeleiden.
Tenslotte zou ik nog het volgende willen stellen. Omdat
wij het recreatief zwemmen primair stellen, dit mede gezien het
op zomerse dagen overvolle bad Wolfslaar en omdat wij de meer
malen door ons gesignaleerde achterstand met betrekking tot de
zwemaccommodaties op de grote gemeenten in Brabant met spoed
althans enigszins willen inlopen is onze fractie voor uw voorstel.