1583
18 DECEMBER 1972
De heer VAN OS: In eerste instantie heb ik gevraagd in
hoeverre de realisering van dit bad zeker is, waarop de wethouder
heeft geantwoord dat wij daarvan, wanneer wij dit voorstel aan
nemen, zekerder kunnen zijn dan doorgaans bij andere voorstel
len het geval is. Hij meent dit onder andere te kunnen distil
leren uit het feit dat de voorlopige voorbereidingskosten ad 10.000,--
door gedeputeerde staten zijn goedgekeurd, maar ik meen ervan te
moeten uitgaan dat de vele tonnen die wij destijds aan het an
dere bad hebben besteed eveneens goedgekeurd zijn geweest. Dit
argument als zekerheid voor de totstandkoming van het bad kan ik
dan ook beslist niet onderschrijven.
Wij blijven dit een erg moeilijke beslissing vinden, dit te
meer omdat wij hier vanavond -- dat is tot nu toe niet gememo
reerd -- toch eigenlijk een beetje bezig zijn met een bestuurlijke
poppekast. De gemeente wil op een gegeven moment een bad
bouwen, de plannen daarvoor worden door haar kant en klaar ge
maakt, waarop door gedeputeerde staten wordt gezegd "het mag
niet", maar nu blijken wij via een achterdeurtje toch weer wel
een bad te kunnen bouwen, een bad dat door de gemeente moet
worden betaald en door gedeputeerde staten moet worden goedgekeurd.
Een dergelijke poppekast hebben wij hier al eens eerder bij de hand
gehad, wij hebben al eens meer via een achterdeur gedaan gekre
gen wat via de voordeur niet lukte. Het is natuurlijk duidelijk
dat wij er, wanneer het lukt, alleen maar blij mee kunnen zijn
dat er uiteindelijk toch een bad komt, maar de manier waarop
spreekt ons beslist niet aan.
Zoals ik al zei; wij blijven dit een heel moeilijke beslis
sing vinden. Wij menen echter -- dat is dan heel voorzichtig uit
gedrukt -- onze goedkeuring niet aan dit voorstel te kunnen ont
houden.
De heer AMERICA: Door de wethouder is gesteld dat, de
prioriteit van het recreatief zwemmen respecterend, toch gezocht
wordt naar optimale voorzieningen voor de wedstrijdsport binnen
uiteraard het financiële kader waarover vanavond een beslissing
zal worden genomen. Dat meen ik althans te hebben begrepen
en ik zou dit door de wethouder graag bevestigd willen zien.
Ik ben er blij mee dat het college met aanhouding van het
voorstel inzake de benoeming van leden van de raad van beheer
kan instemmen. Jammei vind ik het dat van de zijde van andere
fracties nauwelijks op dit punt is ingegaan omdat mij nu niet duide
lijk is of zij hiermee eveneens moeite hebben of helemaal geen
moeilijkheden zien zitten. Ik vraag mij af hoe u een en ander
zult gaan afchecken voordat u de volgende maand met hetzelfde
dan wel een andèr voorstel zult terugkomen. Wij zien wel een
functioneren van ambtenaren in de advieslijn, maar moeilijk
heden zien wij ontstaan in een situatie waarin ambtenaren in de
betidslijn worden ingezet. Op zichzelf hoopt de K. V. P. -fractie
van harte dat ambtenaren zullen worden ingezet omdat het daar
door nog meer gemeenschappelijk werk kan worden, maar ik blijf
erbij dat wij ons moeten afvragen of dit ook zonder meer moge
lijk is in de beleidslijn en welke consequenties dit voor zowel
de personen in kwestie als het functioneren van het apparaat zal
hebben. In ieder geval wil ik graag van u vernemen welke moge
lijkheden u ziet om dit te bediscussiëren voordat het voorstel in de