1585 18 DECEMBER 1972 gesteld voor het opnieuw realiseren van een noodvoorziening als waarover men op dit moment de beschikking heeft. Of dat het zelfde gebouw of een andere eenvoudige voorziening zal moeten zijn kan ik niet beoordelen omdat wij niet op de hoogte zijn van de kwaliteit van het huidige gebouw. U hebt naar ik meen de toezegging gedaan dat u met alle betrokkenen rond de tafel zult gaan zitten en met het oog daarop wil ik graag van u vernemen of u positief staat tegenover het beschikbaar stellen van 25.000,-- voor eventueel een andere voorziening dan waarvoor u dit bedrag op de begroting hebt gezet. Overigens heb ik zaterdag bij de opening van de accommodatie in Tuinzicht in de wandelgangen gehoord dat het in dat geval uitgehaalde financiële grapje voor Heusden- hout en Wisselaar zelfs niet meer gehanteerd zal kunnen worden. Als dat waar is is er nog meer reden om een vanuit Wisselaar naar voren komend voorstel met beide handen aan te grijpen en hier vanavond de definitieve toezegging te doen dat, wanneer men inder daad met een zinnig voorstel komt, in principe 25.000,-- be schikbaar is ter oplossing van de nood die een gevolg zal zijn van het besluit dat wij vanavond nemen. Ik hoop dat de wethouder in staat en bereid is hierop een heel duidelijk antwoord te geven, zodat het niet meer nodig zal zijn een hierop betrekking hebbende motie in te dienen. De heer KROON: Ik heb enige moeite met de heer van Os gemaakte opmerking over een financiële poppekast die wij hier zouden opvoeren, cut is een uitlating waarop ik via u toch wel even wil reageren. Ik ben namelijk van oordeel dat wij vanavond een besluit nemen dat volkomen correct is en dat een gevolg is van het feit, dat wij nu eenmaal zitten met de centrale finan cieringsproblemen. Dat wij die problemen op deze wijze oplossen is een gang van zaken die niet alleen hier maar ook in andere gemeenten te doen gebruikelijk is. Als men dat als "financiële poppekast" betitelt heb ik daar bepaald moeite mee. De VOORZITTER: Voordat de heer Mans in tweede termijn het woord krijgt wil ik u graag mededeling doen van het feit, dat mij een verzoek heeft bereikt van een zestal raadsleden ingevolge artikel 16 van het reglement van orde om een bepaald punt van avond op de agenda te plaatsen. Dat punt is aldus geformuleerd: "Bespreking inspraak burgerij in de beslissende fase van de afwik keling van de Turfschip-zaak. De toelichting op dit verzoek zal ik thans laten uitreiken. Na afhandeling van de agenda -- dat lijkt mij het juiste moment -- zal ik u mijn mening hierover kenbaar maken. Wethouder MANS: Ik zal het kort proberen te maken. Mevrouw Jager heeft gesteld dat zij het niet met mij eens is, een constatering waarvan ik eigenlijk alleen maar kan zeggen: dat mag. Wij mogen het uiteraard met elkaar oneens zijn, maar ik vind het wel jammer. Met enkele punten heeft mevrouw jager nog moeilijkheden zoals met het feit, dat op pagina 3 van het rapport niet over 1973 maar over 1972 wordt gesproken. Ik heb dat eveneens gezien, maar nog vanmorgen heb ik met de heer Tossing van de dienst jeugd en sport gechecked of 1972 een juist jaartal is. Ik meende te weten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1585