1592
18 DECEMBER 1972
het moment waarop wij bij de kwestie van het Turfschip zijn betrokken
heeft de raad zich steeds op het standpunt gesteld, dat de burgerij kennis
zou moeten kunnen nemen van de gang van zaken en dat de inspraak mo
gelijk zou moeten worden gemaakt. De commissie ad hoe voor het Turf
schip heeft de burgerij via het tweemaal organiseren van een hearing ook
de gelegenheid tot inspraak gegeven. Nu de Turfschip-kwestie in een be
slissende fase is geraakt en wij hierover op 4 januari a. s. besluiten moeten
gaan nemen, die van verstrekkende aard zullen zijn, lijkt het ons noodza
kelijk dat de burgerij via het opnieuw door het college organiseren van
een hearing - dat is hetgeen waarom wij u verzoeken - opnieuw de gele
genheid krijgt van de stand van zaken kennis te nemen en haar inzichten
omtrent hetgeen inmiddels aan de raad is gepresenteerd naar voren te
brengen.
De VOORZITTER: Dit was dus de argumentatie. Het gaat thans om
de vraag van orde of de raad de behandeling van dit voorstel urgent wil
verklaren.
De heer VAN CAULIL: U hebt ons een bericht doen toekomen om
trent een vergadering van vier commissies op naar ik meen 29 december
a. s. Het kan m.i. toch niet de bedoeling van de indieners van dit ver
zoek zijn de verschillende stukken met de burgerij te behandelen alvo
rens een en ander gezamenlijk in de afdelingen is besproken. Hoe ziet
men de uitvoering van het voorstel in de tijd tussen 29 december en 4
januari a. s. Denkt men aan een bijeenkomst op nieuwjaarsmorgen?
De VOORZITTER: Dat is nu eigenlijk ook niet aan de orde. Wilt
u het voorstel behandelen of niet behandelen?
De heer SANDBERG: In de eerste plaats wil ik namens de fractie
bezwaar maken tegen deze hele gang van zaken en met name tegen
de procedure. Wij zien geen enkele noodzaak tot het ons plotseling
overvallen met een dergelijk voorstel, het verzoek had ons ook enkele
dagen geleden al kunnen worden voorgelegd want sinds 28 september
jl. is het bekend dat de Turfschip-affaire aan het eind van dit jaar in
de huidige fase zou verkeren.
In de tweede plaats moet ik zeggen dat er eigenlijk geen voorstel
ter tafel ligt. Er wordt alleen de kreet "bespreking inspraak" geslaakt
en pas uit de toelichting van de heer Crul van zoëven is gebleken, dat
hij kennelijk een voorstel heeft tot het organiseren van een hearing.
Aangezien ik op dit moment over de consequenties hiervan ten aanzien
van de gehele afwikkeling geen enkele uitspraak zou kunnen of durven
doen en aangezien mijn fractie het bepaald niet denkbeeldig acht dat
de afwikkeling van de Turfschip-kwestie op deze wijze zou worden ge
stagneerd, iets wat wij bepaald te allen tijde willen voorkomen, moe
ten wij ons tegen dit voorstel uitspreken.
De heer VON SCHMID: Wij kunnen enerzijds praten over de vraag
of het voorstel van de heer Crul juist is en anderzijds over de vraag of
er nu over moet worden gesproken. Ook ik moet zeggen dat wij, ge
zien ook ons standpunt ten aanzien van de Turfschip-kwestie, op dit
moment geen heil zien in het aan de orde stellen van deze aangelegen
heid, maar anderzijds zijn wij van mening dat, wanneer door een aan
tal raadsleden een serieuze poging wordt gedaan om een voor hen be
langrijk punt ter discussie gesteld te krijgen, zij daartoe de gelegenheid