160
21 FEBRUARI 1972
aanneemsom aan de provinciale directie ter goedkeuring voorgelegd.
Op 31 januari van dit jaar is er opnieuw een gesprek geweest. Vanmid
dag is het voorstel met een gunstig advies van de hoofdingenieur-direc
teur naar Den Haag gegaan. Daarbij is toegezegd dat binnen 14 dagen
uitsluitsel wordt verwacht ten aanzien van deze renovatieplannen.
Ik hoop dat het voorstel met betrekking tot het voorbereidings
krediet Bomenbuurt, dat niet in de discussie is betrokken, een gunstige
reactie van de raad ontmoet, zodat wij daarmee verder kunnen gaan. Ik
hoop dat het voorstel met betrekking tot de Vestkant door de raad zal
worden aangenomen omdat dan hetgeen het college op voorhand heeft
gedaan, gesanctioneerd is. Het college heeft dit gedaan omdat hij wist
dat hij in de geest van de raad handelde.
Mevrouw Van Nes vroeg in het eerste gedeelte van haar motie
een inventarisering van de klachten in het Westeinde en om die klach
ten bekend te maken aan de bewoners van het Westeinde. Het college
gaat daar graag mee accoord, omdat de renovatie naar onze mening
niet zo snel zal gaan dat wij zicht kunnen houden op alle gebreken.
In het tweede deel van de motie werd gevraagd een krediet op te ne
men om de ramen op voorhand te vernieuwen. Dat is een irrelevant
voorstel omdat binnen 14 dagen bericht van het departement over het
positieve advies van Den Bosch is te verwachten.
Ik heb met mijn betoog getracht de raad op de hoogte te stellen
van de stand van zaken bij de renovatieprocedures in drie wijken. Ik
heb dit tevens gedaan om het verwijt, dat dit college en zijn ambtenaren
niet aan de renovatie werken, te weerleggen. Wanneer dit verwijt wordt
gemaakt is dat een groot onrecht voor degenen achter deze tafel en de
ambtenaren die er dagelijks mee bezig zijn en voor allen buiten Breda
die de woonsituatie aan het Westeinde net zo ter harte gaat als uw raad,
zoals donderdagavond is gebleken.
De heer CRUL: Ik zou even over de orde willen spreken. Beschouwt
u deze instantie als de tweede instantie, of gaan wij nu eigenlijk pas aan de
eerste instantie beginnen?
De VOORZITTER: Het is mijn bedoeling dit als de tweede instantie
te beschouwen. Dit lijkt mij redelijk. Hebt u behoefte aan een eventuele
derde termijn?
De heer CRUL: Ik verwacht dat er inderdaad behoefte aan een
derde termijn zal zijn.
De VOORZITTER: Is het niet verstandig de beslissing daarover
uit te stellen en nu aan de tweede termijn te beginnen? Wij kunnen
dan straks in gezamenlijk overleg bepalen wat er moet gebeuren.
Mevrouw VAN NES-BRANDS: Het is natuurlijk niet gemakkelijk
op het betoog van de wethouder te antwoorden. Ik zou ook graag drie
dagen tijd hebben om een antwoord voor te bereiden, maar dat is mij
helaas niet vergund.
De wethouder heeft aan de orde gesteld welke problemen zich
afgelopen donderdag formeel hebben voorgedaan, namelijk de twee
voorstellen die voorlagen, het voorbereidingskrediet voor de bomen-
buurt en de zaken met betrekking tot de Vestkant /Vestingstraat. Ik
heb daar op eigen gezag een problematiek aan toegevoegd, omdat ik
er al heel lang mee bezig ben en ook omdat mij de afgelopen weken