161 21 FEBRUARI 1972 is gebleken dat de zaken veel meer op scherp stonden dan de raadsle den wisten. Ik. ben al geruime tijd bezig met het onderzoeken van de procedures die rond de renovaties bestaan. Ik heb daar informaties over gekregen dank zij medewerking van de dienst van Openbare Wer ken. De dienst heeft mij alle informatie verstrekt die ik heb gevraagd. Er is mij gebleken dat de zaken uitgebreid op papier staan, dat zij van de ene instantie naar de andere worden geschoven en dat mede daardoor de uitvoering tot nu toe niet is begonnen. Er is een uitzonde ring gemaakt voor een aantal woningen in de Gerardus Majellabuurt, maar daarvoor is een andere procedure gevolgd. Die renovatie werd betaald uit de gemeentelijke financiën, wat de zaken vereenvoudig de. Toen mij bleek dat de procedures zoveel tijd in beslag namen dat de bewoners er op dit moment niets aan hadden, heb ik die weten schap naar buiten gedragen. Het renovatiecomité-Westeinde heeft mij daarop verzocht hun vergadering bij te wonen. Er is toen een massa klachten en ellende op mij afgekomen. De bewoners hebben mij uit voerig verteld wat zij ook in hun brief hebben gezet. Ik behoef dat dus niet allemaal te herhalen. Eén van de punten waarop ik in mijn betoog de nadruk heb ge legd is dat het verval van die huizen de gemeente regardeert. De hui zen hebben allemaal op de saneringslijst gestaan, zij zouden worden afgebroken. Dat was niet mogelijk in verband met de woningnood. Intussen is aan die huizen een enorme achterstand in het onderhoud ontstaan. Ik zou het op prijs stellen dat het college dit aspect goed in het oog hield. Het is een kwestie van achterstallig onderhoud, ja renlang is er aan de huizen niets gedaan en de gemeente is in dit op zicht als eigenaar volledig in gebreke gebleven. Ik hoop dat het col lege mijn opmerking in de betreffende vergadering in dat licht wil zien. De gemeente doet er niets aan en heeft er nooit iets aan gedaan, anders zouden die huizen nu niet zo vervallen zijn. Dat geldt niet al leen voor de huizen in Westeinde, maar voor alle oudere huizen in de stad. Ik spreek dan nog niet eens over de woningen die door Open bare Werken moedwillig worden vernield omdat zij anders door krakers in beslag worden genomen. Dat is namelijk een ander aspect van deze zaak. De gemeente heeft gekozen voor de renovatie-procedure. Dat is misschien geen onverstandige oplossing, want daardoor is men verzekerd van een grote bijdrage van het rijk. Het rijk wil ook medewerking ver lenen bij het oplossen van de problematiek van de oude stadswijken en het rijk heeft daarvoor een financiële bijdrage over. Het is logisch dat de gemeente die mogelijkheid aangrijpt. Intussen is wel gebleken dat deze procedures eindeloos lang duren en het verwondert mij enigszins dat er in drie dagen, sinds ik deze zaken donderdag j. 1. aansneed, heel veel gedaan schijnt te zijn. Ik zou liever hebben gezien dat er in de drie voorafgaande maanden zoveel was gebeurd. Ik neem de opmer king die ik in de vergadering van het renovatiecomité-Westeinde, dat de gemeente er niets aan doet, heb gemaakt, niet terug. Overigens heb ik donderdag alleen maar gezegd dat er niets gebeurt. U kunt dat opvatten zoals u wilt. Ik wil ook de lijst nagaan en ik moet zeggen dat er een aantal gegevens instaat dat mij zeer bekend voorkomt. In de Vestkant is on geveer anderhalf jaar geleden al een begin gemaakt met het opknap pen van de ramen. Dat heeft toen in de wijk veel opschudding verwekt. Er was een klein krediet beschikbaar en daarvoor zouden een aantal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 161