170 21 FEBRUARI 1972 is daarna tot een redelijk bedrag teruggebracht, opdat een en ander voor de rijksoverheid acceptabel zou zijn. Telefonisch is de mede deling binnengekomen dat wij eraan mogen beginnen. De formele, schriftelijke mededeling is nog niet binnengekomen; zodra deze me dedeling binnen is kan de raad mijns inziens een voorstel verwachten voor het voteren van een krediet voor dat gedeelte van de kosten van renovatie, waarvoor geen rijksbijdrage zal worden ontvangen. Ik ge loof dat hierbij ook nog een ander punt betrokken moet worden. Me vrouw Van Nes, de heren Von Schmid en Crul hebben er nl, op gewe zen dat de aanbestedingen de ramingen steeds overtreffen en zij vra gen zich af of die ramingen dan niet goed zijn. Het gaat hierbij echt niet om een eigenwijsheid van de dienst van openbare werken, die de zaak maar zou toeknijpen in de hoop dat de aanbestedingen hoger zul len zijn; dat zou volstrekt uit den boze zijn. De raming is echter ook aan rijksgoedkeuring onderworpen. Ik heb al met betrekking tot de Vestkant en het Westeinde verteld dat wij op een bepaald moment de technische goedkeuring op een plan krijgen, d. w. z. dat wij ook de technische goedkeuring krijgen op grond van een bedrag dat wij als raming opgenomen hebben. Wij kunnen dus ten aanzien van de raming geen eigen rechter spelen; de raming is onderworpen aan de goedkeu ring van de hogere overheid. U zult zich kunnen voorstellen - helaas moeten wij dat wel - dat in het kader van de te volgen politiek zo veel mogelijk middel-laag geraamd wordt. Met de voorbereidende werkzaamheden in de Vestkant is dus vandaag begonnen. Mevrouw Van Nes heeft gezegd dat het plan voor het Westeinde 6 weken bij het college gelegen heeft. Mevrouw Van Nes kan op de secretarieaf deling van het stadhuis zien dat er gedurende die tijd periodiek over leg met Den Bosch plaatsgevonden heeft teneinde het vrij hoge bedrag dat voor het Westeinde aanbesteed was tot een aanvaardbaar bedrag terug te brengen. Ik moet u nl. zeggen dat het bedrag van de aanbe steding de raming met 300, 000, -- overtrof. Mevrouw Van Nes merkt op dat er over 14 dagen uitsluitsel over het Westeinde te verwachten is en dat wij nog niet weten hoe die beslissing zal uitvallen en zij komt terug op mijn uitspraak dat het tweede deel van de motie niet relevant is. Ik geloof dat wij op dit moment geen behoefte hebben aan een academisch betoog. Volgens mij heeft het geen zin om nu te gaan praten over wat er moet gebeuren als de renovatie niet zou doorgaan. Ik moet u zeggen dat ik persoonlijk het tweede deel van de motie op grond van argumenten die door mijn collega Broeders en door anderen naar voren zijn gebracht toch al niet relevant vind. De heer Von Schmid heeft meen ik gesproken over het beschikbaar stellen van de reserves. De reserves zijn echter geen financierings middelen. De raad kan niet uit dat potje putten; daarmede zijn wij er gewoon nog niet. Daarbij komt nog wat collega Broeders over de hoofdelijke aansprakelijkheid van de raad. De heer CRUL: Ik wil graag van de wethouder horen op welk punt wij er dan nog niet zijn. Hij zegt dat wij er nog niet zijn als wi.j dat doen. Waarom dan niet? De heer VAN DUN: Omdat wij financieringsmiddelen beschik baar moeten stellen, waarvoor de goedkeuring van gedeputeerde sta ten vereist is en die komt niet; dat is het punt. Dan is het, met alle respect voor diegenen die de motie hebben ingediend, een loze be lofte. Daarmede helpen wij de bewoners niet. Het college van gede-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 170