182
21 FEBRUARI 1972
Met betrekking tot de zojuist genoemde punten 3 en 4 gebruikt
u in het voorstel het woord "voorkeur". Wij moeten natuurlijk er wel
voor zorgen dat dit met alle beperkingen een geloofwaardige zaak
blijft. Het lijkt ons verstandig te onderzoeken of ten aanzien van leef
tijd en lidmaatschap van plaatselijke verenigingen geen bepaald per
centage als maximum kan worden genoemd.
Wij zouden voorts graag zien dat de huidige kandidaatstelling,
waarin telkens twee personen worden genoemd en waarbij telkens num
mer 1 de voorkeur heeft, wordt gewijzigd. Wij zouden graag een lijst
van vijf maal twee personen zien, in alfabetische volgorde, waarbij
de gekozenen als lid en de niet gekozenen als plaatsvervangend lid
gaan optreden. Bij de jeugdadviesraad is deze procedure reeds in ge
bruik.
Ik zou graag nog iets willen zeggen over het vergaderen in het
openbaar. Ik heb echter het gevoel dat ik dan buiten de orde ga. Dit
vraagstuk leeft bij ons, maar ik wil er graag een volgende keer op te
rug komen.
De afdeling wil graag een gesprek met een delegatie uit de sport
stichting over de in het verleden toegepaste normen en de toepassing
van normen in de nabije toekomst. Wij willen dan graag over de te
hanteren normen spreken, uiteraard in aanwezigheid van de voorzitter
van de afdeling Jeugd, Sport en Recreatie. De afdeling stelt dit zeer
nadrukkelijk. Om de genoemde personen niet bij voorbaat bij het be
gin van dit belangrijke bestuurlijke werk ten behoeve van de sport,
de jeugd en de recreatie af te remmen, wil de afdeling met inachtne
ming van genoemde bezwaren deze keer de raad adviseren tot benoe
ming van de nieuwe leden van de sportstichting over te gaan.
Wethouder MANS: Ik ben om twee redenen blij dat ik mag ant
woorden op het betoog van de heer Kramer. Allereerst omdat de heer
Kramer het woord voerde namens de afdeling - hij gaf de conclusie
weer van een vergadering van de afdeling die wij hedenmiddag heb
ben gehouden - en voorts omdat ook de heer Kramer als uitgangspunt
de waardering voor de sportstichting en het werk van de sportstichting
nam. Ik ben voorts blij dat de heer Kramer duidelijk heeft gesteld dat
hij de procedure besprak en niet de personen. Ik meen dat dit een zorg
vuldigheid is die wij hier in acht moeten nemen.
Ik heb de afdeling in buitenspelpositie geplaatst. Ik zou op die
opmerking "ja" en "neen" willen antwoorden. De heer Kramer heeft
door gebruik van het woord "ongewild" zijn opmerking wat afgezwakt.
Voor de raadsleden die niet bij de afdelingsvergadering zijn geweest
klinkt de argumentatie wellicht wat merkwaardig. Ik schijn in de af
deling te hebben gezegd dat ik, voor ik een voorstel aan het college
zou doen, eerst met de afdeling zou praten. Ik heb in de afdeling
al gezegd dat ik dit voorstel zou voordragen voor terugneming, als
de afdeling daaraan vast zou houden. Het vooraf spreken met de raads-
afdeling betekent feitelijk het inschakelen van de raadsafdeling als com
missie van advies en bijstand voor het college van burgemeester en wet
houders.
In de afdeling hebben wij twee maal langdurig over de procedure
gesproken. Hierover kan een tweetal opmerkingen worden gemaakt.
Als er wordt gesproken over procedures tot kandidaatstelling wordt in
feite een algemeen probleem aangesneden. Dit probleem komt ook
in andere sectoren en andere afdelingen steeds weer terug. Het is niet
alleen een probleem van de sportstichting.
Als wij over de procedure spreken moeten wij hier constateren