183 21 FEBRUARI 1972 - die opmerking is ook in de afdeling gemaakt - dat in ieder geval is geprobeerd een andere procedure te hanteren dan gebruikelijk was bij de sportstichting. Er is een advertentie geplaatst, er is een selectie commissie benoemd en aan de hand van een aantal normen is een aan tal mensen naar voren gekomen. Natuurlijk kan bij een dergelijke pro cedure van mening worden verschild over de vraag of de selectiecom- missre niet anders had moeten worden samengesteld. Daarover kunnen wij eindeloos van gedachten wisselen. Wij kunnen eindeloos discussië ren over de vraag of er niet meer garanties waren geweest als wij een lid van het college in die commissie hadden doen opnemen, of een lid van de afdeling. Natuurlijk kan er ook gesproken worden over se lectienormen. Wij kunnen zelfs nog verder gaan en praten over de in terpretatie van de selectienormen. Het lijkt mij niet zinvol op die laatste punten in te gaan. Ik vind het duidelijk dat ik een procedure, die door de raad wordt voorgesteld, overneem, als in die procedure garanties zijn opgenomen die niet in de onderhavige procedure zitten. Ik ben dan graag bereid die procedure, in overleg met de sportstichting te volgen. Ik kom dan aan een tweetal punten dat de afdeling wat zwaar op de maag lag. Allereerst de leeftijdgrens van 50 jaar. De afdeling vindt dat een vervelende maatstaf. Men moet echter die norm niet al te ab soluut interpreteren. Als iemand van over de 50 beter is dan een jonge re komt hij natuurlijk in aanmerking. Het bewijs daarvoor is ook gele verd. Eén van de aanbevolen candidaten is 51 jaar. De sportstichting heeft een voorkeur voor jongeren uitgesproken, maar dit is geen abso lute norm. Voorts was er bezwaar tegen het feit dat kandidaten geen lid moch ten zijn van een sportvereniging. Ook in dit geval is er alleen maar spra ke van een voorkeur. Ook in dit geval is het een zaak van een beetje zoeken en tasten. U weet dat wij bij de culturele raad de idee hebben verlaten dat men lid moet zijn van een belangenvereniging of van een vereniging die rechtstreeks i n relatie staat tot het culturele gebeuren. Daar zijn de banden geheel doorgesneden. Andere instellingen in de stad worden daarentegen juist samengesteld uit afgevaardigden van ver enigingen of groeperingen. De sportstichting is in haar functioneren tot de conclusie gekomen dat een middenweg verantwoord is. Men heeft daarom een middenweg gezocht en die op deze wi jze geformuleerd en gehanteerd. U zult begrijpen dat ook hier geen sprake is van een absolute norm. Ik wil de raad toezeggen dat wij ons in het college nog eens zul len beraden op de vraag hoe de kandidatenlijst moet worden opgesteld, om te proberen te komen tot een uniforme wijze van benoeming van personen, zeker ook wat de opstelling van de lijst betreft. De heer KRAMER: Het is het goed recht van de wethouder zich te verdedigen, maar ik meen dat het doelmatig is ons nu niet in de tails te verdiepen. Ik dank de wethouder dan ook voor zijn toezegging hierover in een later stadium nog eens te spreken. De VOORZITTER: Mag ik de heren America, Von Schmid en me vrouw Willems vragen het stembureau te vormen? Uitgebracht zijn telkens 35 stemmen, in de eerste vacature 21 op de heer Van Opstal en 14 op de heer Van Overbeek, in de tweede vacature 31 op de heer Kleijn en 4 op de heer Distel, in de derde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 183