189
21 FEBRUARI 1972
hetgeen bleek uit opmerkingen die ik zojuist van andere leden van de
raad heb gehoord. De informatie komt in hoofdzaak neer op wereld
winkel-bulletins van april en mei 1971 en op een brief van juli 1971 met
een exploitatiebegroting over 1971. Uit de begroting blijkt dat er een te
kort is geraamd van 21.500, - -en dat uitgaande van de geraamde om
zetten en reeds ontvangen en nog te verwachten bijdragen van kerken
en particulieren een gemeentelijk subsidie van 11. 000, -- nodig is.
Het college stelt voor een bijdrage van 7.500, -- te verstrek
ken. Is dit bedrag bestemd voor in 1972 aan te spannen experimenten
of is dit in feite een bijdrage voor 1971? In het laatste geval is de steun
uit de experimentenpot 1972 slechts het gezochte middel om geld te
verkrijgen. De experimenten hebben in feite in 1971 reeds hun beslag
gehad. Hoe waren de resultaten in de financiële en de ideële sector?
Was er een nadelig saldo en zo ja, hoe groot was het?
De verwachtingen in de beschikbaar gestelde documentatie geven
aanleiding tot de grootste voorzichtigheid. De posten huur, reiskosten,
telefoonkosten, stencilwerk, enz. zullen alleen maar stijgen, terwijl
de vraag kan worden gesteld hoe het verder zal gaan met de steun van
kerken, liefdadigheidsorganisaties en particulieren als de gemeente
gaat steunen.
Bij het bezien van de ideële zijde van de wereldwinkel wil ik
vooropstellen dat ik veel waardering heb voor het werk van veelal jon
gere mensen. "Hoe waardevol de doelstelling ook mag zijn, de bereid
heid recht te verschaffen aan degenen die nog niet delen in onze wel
vaart is sterk afhankelijk van de duidelijke wil van de gehele bevolking
om tot betere internationale arbeids- en kapitaalsverdeling te komen.
Het bevorderen van inzicht en betrokkenheid is daartoe nodig, door voor
lichting en vorming het mondiale denken bij de burgers te bevorderen"
Ik ben van mening dat deze voorlichting en vorming een professionele
aanpak vereist. Bovendien is dat naar mijn mening geen gemeentelijke
maar een landelijke aangelegenheid. Het werk kan lokaal worden aan
gepakt, maar met rijkssteun. De 7. 500, -- die ten goede komen aan
de stagiaires dienen te worden betaald uit de onderwijspot. Het vormings
werk zal door C. R. M. of Ontwikkelingshulp moeten worden betaald. Het
moet niet vallen of staan met jonge mensen, die met alle goede wil,
hun medewerking afhankelijk moeten stellen van hun toekomst dan wel
van de in verband met hun opleiding voor die toekomst beschikbaar te
stellen tijd. De summiere documentatie van 1971 spreekt reeds van
moeilijkheden. De koffie-actie is minder gunstig verlopen dan men
gehoopt en verwacht had. De mensen die meewerkten deden dit vrij
blijvend en hielden zich niet aan afspraken. Er bestond nauwelijks be
langstelling vanuit de winkel.
Resumerend wil ik stellen dat het hier niet om een gemeentelijke
aangelegenheid gaat, dat het werk een professionele aanpak vereist en
dat het vormingswerk behoort te worden gesubsidieerd door de landelij
ke overheid. De cijfers over 1971 zijn niet bekend. Uw voorstel tot het
beschikbaarstellen van een bedrag van 7.500,-- blijft beneden het
gewenste subsidie van 11. 000, --. Financiële consequenties van 1972
zullen zeker voor rekening van de gemeente komen indien het voorstel
wordt aanvaard. Op grond van het vorenstaande ben ik dan ook tegen
iedere subsidiëring van de wereldwinkel door de gemeentelijke overheid.
Tegen een voorstel over te gaan tot het doen van een eenmalige uitke
ring uit de experimentenpot zou ik geen bezwaar maken als duidelijk
zou zijn dat in de komende jaren geen beroep op de gemeente wordt
gedaan noch een bijdrage wordt toegezegd.