190 21 FEBRUARI 1972 Wethouder MANS: Ik wil eerst een aantal opmerkingen maken over de experimentenpot. In de tot nu toe gevoerde discussie lijkt mij dat be langrijk. Daarbij wil ik ook het voorstel aansnijden dit raadsvoorstel te wijzigen in een mededeling. De heren Sandberg en Kramer hebben zich daarover al uitgesproken. De raad weet ongetwijfeld dat het college over twee experimenten- potten beschikt. In feite is gevraagd waarom in het ene geval de raad wel wordt betrokken bij een uitgave ten laste van de experimentenpotten, terwijl dat in een ander geval niet wordt gedaan. Dit wordt niet veroor zaakt door een verschil tussen beide experimentenpotten. Voor de handel wijze met betrekking tot het onderhavige subsidieverzoek zijn duidelijke redenen aan te voeren. Het college achtte het namelijk belangrijk de raad te betrekken bij een mogelijk controversiële zaak. Het college kan ten aanzien van de uitgaven uit de experimentenpot autonoom ope reren. Een gevoelige zaak, waarover een stuk meningsvorming wense lijk en noodzakelijk is, kan in de raad worden gebracht. Om die reden heeft het college gemeend dit voorstel aan de raad te moeten voorleg gen. Een andere reden om met het onderhavige voorstel in de raad te komen is het feit dat er een advies van de culturele raad is uitgebracht. Dit advies wijkt af van het voorstel dat het college de raad heeft gedaan. Het leek het college niet meer dan netjes dat de raad op de hoogte wordt gesteld van het feit dat het advies van de culturele raad niet is gevolgd. De raad kan hierover nu een mening vormen en er een uitspraak over doen. Een tweede belangrijk punt is het feit dat gedeputeerde staten of de Kroon een aantal voorstellen van ongeveer gelijke strekking - de heer Kramer heeft daarop gewezen - hebben vernietigd. Met die weten schap vraagt de heer Kramer het voorstel te wijzigen in een medede ling. Het college heeft die mogelijkheid. Deze mogelijkheid is in de afdelingsvergadering overwogen. Wij hebben daar gesproken over de mogelijkheid het preadvies te wijzigen in een mededeling. Op het mo ment waarop de suggestie wordt gedaan, kon ik niet overzien wat de consequenties zouden zijn. Het omzetten van een preadvies in een me dedeling is in dit geval zeker mogelijk, maar strookt niet met onze op vattingen over behoorlijk bestuur, omdat het lijkt op een bewust onttrek ken aan een beoordeling van hogere organen. Die schijn willen wij zeker vermijden. Om die reden zijn wij niet ingegaan op de suggestie, die door één van de leden van de afdeling achteraf weer is ingetrokken, het preadvies te wijzigen in een mededeling. Daarbij komt nog - ik kan de heer Kramer geruststellen - dat ons voorstel en het besluit niet, zoals in Vianen en Gorkum, aan de Kroon of aan gedeputeerde staten ter goedkeuring behoeft te worden voorgelegd. Van een van beide ge meenten, ik weet niet of het Vianen of Gorkum was, weet ik zeker dat het voorstel een begrotingswijziging inhield. Dergelijke zaken moeten door gedeputeerde staten worden goedgekeurd, in tegenstel ling tot ons voorstel. Er zijn door de raad uitspraken gedaan waarop ik graag wil ingaan. Op pagina 2 van het preadvies staat duidelijk dat er aan de wereldwinkel een aparte bijdrage wordt gegeven. Het is een stimuleringsbijdrage, ook als waardering. Wij constateren, evenals enkele raadsleden, dat het werk van de wereldwinkel een landelijke zaak is. Wij constateren eveneens dat het tijd zal vergen tot een nationale opzet te komen en de verschil lende plaatselijke initiatieven daarop af te stemmen. In deze situatie is het voor de plaatselijke overheid moeilijk tot een waardering van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 190