193 21 FEBRUARI 1972 De heer SANDBERG:. Ik wil op één aspect nog even ingaan. Ik laat de werking van de wereldwinkel en de experimenteerpot buiten beschouwing, hoewel ik de verklaring over de experimentenpot niet bijzonder sterk vond. De opmerkingen van de wethouder over een mogelijke schorsing van ons besluit vond ik bepaald slecht en niet ter zake doende. De besluiten van Gorkum en Vianen tot het verstrekken van subsidies zijn eschorst en de wethouder heeft als motivering daarvoor aangevoerd at het om begrotingswijzigingen ging. Dit zijn financieel-technische zaken. Wethouder MANS: Als ik die indruk heb gewekt is dat volstrekt onjuist overgekomen. De mogelijkheid voor schorsing in Vianen en Gorkum was aanwezig omdat het daar om begrotingswijzigingen ging die een goedkeuring van gedeputeerde staten behoeven. Bij ons voor stel is van een begrotingswijziging geen sprake en een eventueel be sluit zal naar alle waarschijnlijkheid niet eens bij gedeputeerde staten op tafel komen. De heer SANDBERG: Dat is nu juist het criterium. De Kroon heeft de besluiten van Gorkum en Vianen geschorst met als motivering dat moet worden onderzocht of de besluiten wegens strijdigheid met een wet of met het algemeen belang moeten worden vernietigd. Dat staat geheel los van de vraag of het geld voor het subsidie wordt verkregen door een begrotingswijziging, of dat het uit de experimenten- pot of de achterzak van de wethouder komt. Wellicht wordt het be sluit van de raad van Breda toevallig bij gedeputeerde staten of bij de Kroon bekend, waarop het besluit op grond van eerder genoemde ar gumenten eveneens zal worden geschorst. Dit kunnen wij hier vanavond niet nagaan. Namens mijn fractie kan ik u meedelen dat wij het voor stel van het college zullen ondersteunen. Dat neemt niet weg dat wij twijfelen aan de vraag of de Kroon het besluit zal goedkeuren zo zij van het besluit op de hoogte komt. De heer VAN OS: Ik heb begrip voor de opmerking van de wet houder dat het college hier wat lang mee bezig is geweest in ver band met de interne meningsvorming. Ik kan ook begrijpen dat op een gegeven moment het geld op is en dat er geen subsidie kan worden verleend. Ik heb echter geen begrip voor het feit dat men, als de zaak wat lang blijft slepen, niet teruggaat om verder te praten, omdat het subsidie een zaak is tussen de gemeente en de wereld winkel. Ik vind het gewoon logisch en verstandig het gesprek gaande te houden en te blijven overleggen tot het voorstel klaar is. De heer JANSEN; Ik wil nog een opmerking maken naar aanleiding van het antwoord van de wethouder met betrekking tot het vormings werk. Het misschien een aanzet geven tot een nieuwe ontwikkeling van het vormingswerk in Breda, zij het in een wat enger verband, wordt door het werk van de wereldwinkel duidelijk in zich gedragen. Ik kan dat alleen maar toejuichen. Wij moeten deze ontwikkeling niet zonder meer onderschatten. Wij zouden die ontwikkeling moeten stimuleren. Ik constateer namelijk ook een duidelijke inbreng van verschillende stromingen en groepen. Ik ben blij met de toezegging van de wethouder dat hij ons op de hoogte zal houden en ik hoop dat de situatie zich zodanig ontwikkelt aat wij het volgend jaar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 193