20 JANUARI 1972 18 niet verwacht. De heer VON SCHMID: Is dat een bezwaar? Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik heb gezegd dat ik er blij mee ben, mijnheer von Schmid! Alle sprekers hebben verklaard het voor gestelde krediet te hoog te vinden en zijn van mening dat wij zul len moeten streven naar een goedkopere oplossing. Ik geloof ook dat het goedkoper kan. Ik mag wel stellen dat wij het er allemaal over eens zijn dat het om de tafels en stoelen gaat. De nu beschik bare tafels en stoelen nemen teveel ruimte in beslag en zullen dus vervangen moeten worden. Mijns inziens kunnen wij met een lager dan het voorgestelde krediet volstaan. Ik heb geïnformeerd naar de prijs"van de stoelen in het voorlichtingscentrum; ueze stoelen kunnen nl. als voorbeeld dienen. Het aanschaffen van 100 dergelijke stoelen zou 14.000,kosten. Ik heb de indruk dat voor een be drag van 25. 000, redelijk nieuw meubilair voor het college, de raad en het publiek zou kunnen worden aangeschaft. De rest kan ook naar mijn mening vervallen. Het voorstel voorziet niet in deze mo gelijkheid en ik heb daarom de vrijheid genomen een motie op te stellen. Ik zou het op prijs stellen indien deze motie bij de bespre kingen wordt betrokken. Verder heb ik nog twee andere kleine voor stellen. Op de eerste plaats stel ik voor de raadszaal niet met foto's, maar met schilderijen via de Beeldende Kunstenaars Regeling op te vrolijken. Op de tweede plaats mag ik het college er wel op wijzen dat ik het van belang vind dat in de achtergangen van de publieke tribune bordjes worden aangebracht, die verwijzen naar de koffie kamer. De VOORZITTER: Er is een stuk bij mij ingeleverd, dat als volgt luidt: "De raad van de gemeente Breda, bijeen op 20 januari 1972, spreekt als haar mening uit dat het krediet dat ter beschikking wordt ge steld voor vervanging meubilair raadszaal en inrichting nieuwe pu blieke tribune het bedrag van 25.000,-- niet te boven mag gaan." Dit stuk is ondertekend door de raadsleden de heer Crul, mevrouw Willems, de heren Spanjer en van Os, mejuffrouw Paulussen, mevrouw van Nes, de heer Jansen en de heer Mensen. De heer VAN DUIJL: Hopelijk ben ik de laatste spreker en ik zal ook heel kort zijn. Ik heb persoonlijk ook erg veel moeite met het voorstel en speciaal met de kosten, die daarmede samenhangen. Ik heb het idee dat de discussie over dit voorstel, gezien de opmer kingen die reeds gemaakt zijn, tamelijk langdurig zou kunnen wor den. Ik wil het college daarom voorstellen het voorstel op dit mo ment terug te nemen en later terug te komen met een verbeterd voorstel, dat aanzienlijk minder kosten met zich mee zal brengen. De heer VAN CAULIL: Ik wil een opmerking maken over de mo tie. Ik ben in de afdeling met het voorstel accoord gegaan, nadat ik enige kanttekeningen had gemaakt. Deze hadden betrekking op de lambrizering. Er is nl. naar voren gebracht dat de omgeving zou moeten worden aangepast aan het meubilair. Mijns inziens zou het meubilair moeten worden aangepast aan de omgeving. Bovendien

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 18