197
21 FEBRUARI 1972
vragen niet verzanden voor wij uitgestudeerd zijn. U hebt echter
geen enkele zekerheid over het moment waarop u uitgestudeerd
zult zijn. Ik vind dat de gemeente niet op deze wijze kan gaan
deelnemen, als de activiteiten zichzelf niet kunnen bedruipen.
De heer KRAMER: Ik vind het jammer dat de wethouder zwaar
geschut gebruikt in zinnen als "het autonoom opereren van het col
lege" en "het strookt niet met termen van behoorlijk bestuur". Bij
een mededeling kan ook worden gediscussieerd. Als ik mij goed
herinner hebben wij ook wel eens moeten horen dat het college
uit een bepaald experimentenpotje 2. 000,-- heeft gegeven aan
De Trapkes. Dat kwam voor rekening van het vorige college, niet
temin is het gebeurd. Zo verrassend zou dit niet zijn geweest.
Ik kom terug op de behandeling in de afdeling als de wethouder
enige woorden wijdt aan de vraag preadvies of mededeling. In de
afdeling werd mijn voorstel het preadvies in een mededeling te ver
anderen gesteund. Wij waren het daarover met elkaar eens. Daarna
hebben wij een leuke brief van mejuffrouw Paulussen ontvangen. De
voorzitter van onze afdeling heeft die brief ook gekregen. In die
brief staan enkele punten, maar als het om het veranderen van het
preadvies in een mededeling gaat -- ik vertel uiteraard niet alles --
De heer QUADEKKER: Dat zijn wij van u gewend!
Wethouder MANS: De heer Quadekker is toch ook lid van de
afdeling?
De heer KRAMER: Mejuffrouw Paulussen schrijft: "Bij nadere over
denking en overleg lijkt het mij beter het preadvies te handhaven".
Bij dergelijke zinnen horen argumenten. Die argumenten zijn niet
gegeven. De heer Mans, die tot de fractie van mejuffrouw Paulus
sen behoort, kan weten wat die argumenten inhouden. Ik neem aan
dat de heer Mans een standpunt heeft, want hij komt ineens met de
wijziging. Het zou dan ook correct zijn geweest als wij van tevoren
waren ingelicht over deze zaak. Het is een hele eer om als laatste
spreker het eerst antwoord te krijgen, maar ik vond de mededelingen
van de wethouder te laat komen. Misschien mag ik de schuld aan
het carnaval geven, dat is een prettige oplossing.
Ik kom weer in het straatje van de heer Sanaberg. Gedeputeerde
staten kunnen altijd in beroep gaan. Nu de wethouder de zware zin
betreffende behoorlijk bestuur heeft gebruikt stel ik het college voor
het onderhavige voorstel in ieder geval aan gedeputeerde staten voor
te leggen. Dat zou ook getuigen van behoorlijk bestuur. Wij moeten
geen kiekeboe spelen.
Mijn opmerkingen met betrekking tot de culturele raad blijven
geheel voor mijn rekening. Een discussie over de culturele raad is
nu niet aan de orde. Wat deze culturele raad betreft wil ik een uit
spraak van mijn grootouders citeren namelijk: de tijd zal het leren.
Tenslotte wil ik het college graag veel succes toewensen met
dit subsidievoorstel. Er schuilen goede activiteiten achter.
De heer AMERICA: Ik wil mij graag aansluiten bij de woorden
van de heer von Schmid. Zijn uitspraak dat wij vanavond niet al
leen een materieel besluit zullen nemen maar dat wij bij een gunstig
besluit -- daaraan twijfelt niemand meer -- ons ook achter de im-