203 21 FEBRUARI 1972 Dit is een minimum, want in de discussie over dit ontwerp zullen de provinciegrenzen geen heilige koeien mogen zijn. Ook die grenzen kunnen ter discussie worden gesteld. Ook voor West-Brabant zou dat moeten kunnen gelden, waar vanuit de regio Bergen op Zoom een duidelijke relatie bestaat met drie Zeeuwse gemeenten, St. Philips- land, Tholen en in mindere mate met Reimerswaal. De bevolking van die drie gemeenten is voor een belangrijk deel op Bergen op Zoom georiënteerd en ook in omgekeerde richting bestaan er rela ties. Samenvattend moet ik dus zeggen dat het gewest West-Brabant minimaal zal moeten bestaan uit Bergen op Zoom, Roosendaal en Breda, waarbij de mogelijkheid open moet blijven dat ook in het Zeeuwse, over de provinciegrenzen heen, moet kunnen worden ge keken. Ik kom nu aan de beide bijlagen. In de eerste wordt gesproken over de positie van Oosterhout en Etten-Leur en in de tweede komt het interregionaal overleg aan de orde. Beide stukken bevatten stand punten die een stap voorwaarts betekenen. Wij moeten echter wel beseffen dat een gemeenschappelijke,, duidelijk op gewestvorming gerichte visie in West-Brabant nog steeds ontbreekt, De definitieve gewestkaart en de definitieve gewestwet zullen daartoe de definitieve impulsen kunnen geven. Zolang zij er niet zijn kan de regio Breda niet meer doen dan het voeren van een politiek van kleine stappen voorwaarts, In dat opzicht ben ik toch wel tevreden over de resul taten van de gesprekken met Etten-Leur en Oosterhout enerzijds en het gesprek met de beide andere regio's anderzijds. Na de moei zame ontwikkelingen van de afgelopen maanden is het beslist een lichtpunt dat er nu een vorm is gevonden. Met veel kunst- en vlieg werk is er nu een platform gecreeerd om met alle partners te spreken. Dat kan er in ieder geval toe bijdragen dat het bestaande onderlinge wantrouwen aanmerkelijk zal afnemen, naarmate er steeds meer za ken, die geheel West-Brabant aangaan gezamenlijk kunnen worden aangepakt. Wat dat aangaat is het door ons geregeld bepleite ge west West-Brabant psychologisch gezien een stapje dichterbij gekomen. De heer KROON: In de vergadering van 12 augustus van het vorig jaar is deze zaak uitvoerig besproken naar aanleiding van een pre advies en de discussienota bestuurlijke organisatie Noord-Brabant. De heer Geene heeft toen namens zijn eigen en onze fractie op voortreffelijke wijze het woord gevoerd. Hij heeft daarbij gesteld dat beide fracties -- ook nu is dat nog het geval -- positief staan ten opzichte van de vorming van één gewest West-Brabant. Ook toen is de afzonderlijke --ik zou bijna zeggen "uitzonderlijke" -- positie van de gemeenten Etten-Leur en Oosterhout ter sprake gekomen. De heer Geene heeft daarvan gezegd: "Wij hebben een groot vertrouwen in het door u gevoerde en nog te voeren beleid ten aanzien van dit punt. Uw soepele opstelling bij de onderhandelingen heeft een aan merkelijke klimaatsverbetering op politiek gebied' teweeg gebracht De op gang gekomen ontwikkelingen binnen de drie regio's moeten worden gestimuleerd, waarbij alles moet worden nagelaten wat de vorming van een gewest zou schaden. Anderzijds dient alles be vorderd te worden wat het tot stand komen van een gewest in de hand kan werken". De heer Geene merkte dit op naar aanleiding van de afzonderlijke opstelling van Etten-Leur en Oosterhout,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 203