205
21 FEBRUARI 1972
Ten slotte kunnen wij stellen dat de huidige besturen in Brabant
denken aan een gebied West-Brabant, ten westen van Tilburg, om
daarvoor een gewestelijke bestuurseenheid te vormen.
De heer SEVERENS: Als politiek bedrijven het nastreven van het
meest haalbare is, hebben wij de resultaten van het moeizame overleg
in de regio Breda in de bijlagen 1 en 2 voor ons liggen. Onze fractie
staat positief tegenover het resultaat omdat het duidelijk is dat de
nieuwe visies zowel ten aanzien van de regionale schaal als ten aan
zien van de plaatselijke schaal zaken van lange termijn zijn. Er zijn
duidelijk enkele concrete stappen gedaan, die het denken daarover
hebben bevorderd. Vandaar ook dat wij uw bestuur willen compli
menteren met de soepele vastberadenheid, waarop op de ingeslagen
weg is voortgegaan en waarop zowel op regionaal als gewestelijk
niveau vooruitgang is geboekt.
Op gewestelijk niveau zijn er thans duidelijke uitspraken van de
drie regio's. In bijlage 1 is vermeld dat alle drie regio's met alle
middelen naar één gewest willen streven. Dat is voor het eerst een
nieuw punt in de ontwikkeling.
Op het gebied van de regionale ontwikkeling is het realiteits
besef bij Etten-Leur en Oosterhout duidelijk toegenomen. Zij kun
nen zich nu voorstellen dat een aantal zaken op de schaal van de
regio Breda moet worden gerealiseerd. Dit lijkt mij een duidelijke
vooruitgang.
Onze fractie is erg blij dat u ons de gelegenheid hebt gegeven
het stuk, dat naar gedeputeerde staten gaat, met u te bespreken.
Wij zijn het eens met de inhoud van het stuk en wij zouden u op
uw verdere weg graag veel succes willen toewensen. Ik wil er nog
maals de aandacht op vestigen dat de meningsvorming over de gewest
vorming wellicht gediend is met een studiedag, hetzij binnen de re
gio hetzfj als overleg tussen de drie regio's. Misschien biedt zulks
op langere termijn wat perspectieven. Op die manier zouden misschien
in fasen stappen kunnen worden gedaan om deze problematiek nog
meer bij de burgerij en de gemeenteraden tot leven te brengen.
Mevrouw VAN NES-BRANDS: In de vergadering van 12 augustus
is de bestuurlijke organisatie van West-Brabant uitvoerig aan de orde
geweest. Namens D'66 heb ik toen een mening over de bestuurlijke
toekomst gegeven en het heeft weinig zin dat nu te gaan herhalen.
Het preadvies handelt over de indicatieve structuurschets. De heer
Dees verbond daar alleen een geografische begripsbepaling aan. Ik
meen dat zulks niet geheel juist is omdat ook de nota-samenwerkings
verbanden aan de orde wordt gesteld. Daarin wordt wel degelijk ook
over bestuurlijke aspecten gesproken. Wat West-Brabant betreft wordt
met name de fasering van de gewestvorming via de vorming van
regio's aan de orde gesteld. Het zal u, bekend zijn dat naar onze
mening -- dat is ook uiteengezet in een brief van D'66 aan de ge
meentebesturen --op korte termijn in West-Brabant een gewestbe-
stuur moet worden gevormd. In bijlage 1 van uw preadvies spreekt
u onder 1 uit dat ook u met alle beschikbare middelen de vorming
van één gewest West-Brabant wilt bevorderen. De vraag is wat u
onder "alle beschikbare middelen" verstaat. Verstaat u daar ook
onder het betrekken van organisaties, instanties en groeperingen
die reeds op regionaal of gewestelijk niveau werkzaam zijn? U
wijst erop dat het in te stellen contactorgaan een breder overleg-