208 21 FEBRUARI 1972 langrijk is dat men de zaken die ervoor in aanmerking komen, ge zamenlijk aanpakt. Ik wil daar graag nog aan toevoegen dat vooraf gaande aan de institutionalisering van het Streekgewest Westelijk Noord- ftabantde dagelijkse besturen van de regio's elkaar nu al zullen gaan ontmoeten. De eerste schreden op het gebied van de gewestelijke samenwerking en de gezamenlijke aanpak van sommige problemen zullen binnenkort worden gezet. De heer Severens heeft nog gevraagd wat "met alle middelen" wordt bedoeld. Daartoe behoren natuurlijk alle oirbare middelen. Als mevrouw van Nes zegt dat daarbij allerlei groeperingen zouden moeten worden betrokken om er invloed op uit te oefenen moet ik zeggen dat ik dat een goede zaak vind. Wanneer men via de be sturen in de geeigende organen zijn opvattingen bekend maakt is daar natuurlijk geen enkel bezwaar tegen. De heer Severens ziet de verdere meningsvorming laqgs twee lijnen binnen de regio verlopen. Op 7 maart komt het gehele vraagstuk van het coördinatie-orgaan, van de deelname van Etten-Leur en Oosterhout en de consequenties daarvan aan de orde. Het preadvies wordt op het ogenblik voorbereid. Ik heb zojuist al geprobeerd duidelijk te maken dat ook in het interregionaal overleg de meningsvorming op gang komt. Tot nu toe is dat niet of weinig gebeurd. De vergelijking met de wet gaat in het geheel niet op. De agenda voor de vergaderingen van het interregionaal overleg zal ook zeker het grote gewest West-Brabant om vatten. Mevrouw van Nes heb ik al geantwoord over de beschikbare middelen. Zij heeft wellicht het verschil in formulering geproefd tussen hetgeen door de regio Breda is gesteld en hetgeen door het streekgewest West- Brabant naar voren is gebracht. Dat is duidelijk voor hun verantwoor ding. Wij zullen dat niet uit de weg gaan als dat nodig is. Vanuit de regio Breda is veel meer en veel sterker het woord "bevorderen" gebruikt. Daar zit een belangrijk verschil in, maar voor dit moment moeten wij dat accepteren. Het gewest West-Brabant heeft op dit moment geen andere kans om erover te spreken dan in het contact tussen de drie regio's. Er behoeft geen federatie te ontstaan, maar u weet op dit moment ook geen anaere oplossingen te geven om de Westbrabantse problemen ge zamenlijk te bespreken. Als daaruit het standpunt komt -- ik verwacht dat zonder enige twijfel -- dat er één gewest West-Brabant moet ko men zou een dergelijk contactorgaan een goede voorloper kunnen zijn. De vergelijking met een wet gaat in het geheel niet op. U hebt dat niet gedaan, maar de wet is langzamerhand verdwenen. Zeker in de nieuwe structuur tussen de regio's zijn er facetten waardoor de democratie goed gewaarborgd is. Er is nog een vraag gesteld over de verzwaring van de regeling. Burgemeester en wethouders van Breda hebben inderdaad in oktober van het vorig jaar de regioraad de vraag voorgelegd of er aan ver zwaring kon worden gedacht. Wij zagen toen namelijk dat de regio vorming gestalte kreeg en wij wisten toen ook dat de regio's Bergen op Zoom en Roosendaal zich duidelijk hadden uitgesproken over net nog niet instellen van een gewest West-Brabant. De regioraad heeft burgemeester en wethouders laten weten voorlopig niet te voelen voor een verzwaring. De raad wilde dat nog geruime tijd aanzien. Daarna hebben burgemeester en wethouders laten weten dat zij zich geheel met het standpunt van de regioraad konden verenigen. Wij moeten dit voorlopig voor kennisgeving aannemen en afwachten wat er zich in de samenwerking gaat ontwikkelen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 208