A
219
16 MAART 1972
motie benelsde het opnemen van een krediet voor het vervangen van
stalen ramen door houten ramen zowel in de Vestkant-Vestingstraat
als in het Westeinde. U weet dat in de discussie over dit punt het woord
renovatie een belangrijke rol gespeeld heeft. Inmiddels is het heuglijke
bericht binnengekomen dat zowel in de Vestkant als in het Westeinde
met renovatie begonnen kan worden; in de Vestkant is men hiermede
overigens al begonnen. Het college is dan ook van mening dat ook dit
punt zakelijk gezien achterhaald is. Ik meen derhalve dat de motie in
haar totaliteit op dit moment zakelijk gezien niet meer relevant is.
Mevrouw VAN NES-BRANDS: Tijdens de raadsvergadering van
17 februari is door mij aan de orde gesteld de problematiek rond de
renovaties en het onderhoud van de woningen in de Vestkant en in het
Westeinde. De directe aanleiding tot dit debat, dat op 21 februari werd
voortgezet, was een brief van de bewoners van het Westeinde. In deze
brief hebben de bewoners hun ontevredenheid uitgesproken over het on
derhoud van de woningen, dat naar hun mening tot dan toe veruit on
voldoende was. Naar aanleiding van die brief heb ik een motie inge
diend, die de eisen van de bewoners verr eldde. De motie was mede-
ondertekend door een aantal raadsleden en omvatte twee punten: op
de eerste plaats het onderhoud inzake de 6 in de brief van de directeur
van openbare werken genoemde punten en op de tweede plaats het vervan
gen van oude door nieuwe ramen. Op verzoek van vrijwel alle fracties
werd de motie toen een maand aangehouden, teneinde eerst het verloop
van de zaken af te wachten. Uitdrukkelijk mag gesteld worden dat het
de bewoners toen ging en ook nu gaat om het onderhoud van de wonin
gen. Wat is er in de afgelopen maand gebeurd? Op de eerste plaats is
de renovatie van het Westeinde en de Vestkant goedgekeurd. Op de twee
de plaats heeft de dienst van openbare werken ons op 21 februari een lijst
gegeven, die het reeds verrichte dagelijks onderhoud in het Westeinde
aangaf. Op de derde plaats hebben de wijkbewoners de gemeenteraads
leden uitgenodigd om te komen luisteren naar hun interpretatie van bo
venvermelde lijst. Op de vierde plaats heeft de dienst van openbare wer
ken op 14 maart aan de bewoners een lijst overhandigd, die opnieuw op
genomen klachten vermeldde. Is het nu nodig om, terwijl de eisen die
in de motie vervat zijn reeds gedeeltelijk vervuld zouden zijn, met de
ze zaak opnieuw in de raad te komen? Diegenen onder u - helaas waren er
dat maar zeer weinig - die op 14 maart op de bijeenkomst in de wijk zijn
geweest zijn er meen ik toch wel van overtuigd dat de onrust onder en
de onvrede en vooral het wantrouwen bij de bewoners ontzettend groot
is. Zij hebben de op 21 februari door de dienst van openbare werken
verstrekte lijst aan de hand van de aan hun eigen huizen verrichte werk
zaamheden gecontroleerd en zij kwamen tot de conclusie dat veel werk
zaamheden slecht of maar half gedaan zijn of dat er helemaal niet af
gewerkt was. De mensen verklaren dat zij op grond van de lijst als het
ware voor leugenaars zijn weggezet en op hun beurt betichten de bewoners
de dienst van openbare werken van onwaarheden. Tussen die twee uitspra
ken ligt een enorm stuk wantrouwen. Dat wantrouwen zal weggenomen
moeten worden en ik meen dan ook dat het eerste gedeelte van mijn
motie in zijn bedoeling gehandhaafd moet blijven. Het gewone onder
houd, zoals bedoeld in de eerste brief van de bewoners, moet correct
uitgevoerd worden. Ook over het tweede deel van de motie is op de
vergadering van 14 maart j. 1. gesproken. Er is gesteld dat de renovatie
die nu goedgekeurd is enige jaren in beslag zal nemen en dat het nodig
is om, vooruitlopend op de realisering van de totale renovatie, de oude